152 huis staan, dat door een sprong de vijand achter of in de lijn van opstelling zou kunnen komen. Wanneer het huis op den grond rust, kan alleen sprake zijn van eene opstelling met het front naar binnen. Wordt de woning geheel omsingeld, zoo is er van vuren geen sprake, aangezien er dan kans bestaat eigen manschappen te treffen. Bovendien kan de vijand wel vuren, terwijl van onzen kant de bajonet moet beslissen. Om zelf te kunnen vuren, komt ons de volgende opstelling beter voor: De troep stelt zich op in twee gedeelten, waarvan één front maakt naar den ingang en één naar den aan die zijde aansluitenden wand. De frontbreedte der afdeelingen moet grooter zijn dan de lengte der wanden, waardoor het niet alleen mogelijk is door de wo ning te vuren, doch ook om op door de wanden vluchtenden te schieten, Bij nachtelijke ondernemingen is het medenemen van flambouwen wenschelijk en wel van zoodanige, die vóór het gebruik middels bamboekokers beschermd worden tegen regeD. L. H. B. (Slot volgt).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 170