157
luitenant tot een raadsel moet makeD. Is het een soldaat in fijne,
buitenmodel kleediDg? of is het een officier? Een onderofficier ziet
niemand er iü.
Teneinde aan die bezwaren te gemoet te komen en den onderlui
tenant voortaan zijne plaats in het leger en in de maatschappij juist
aan te geven, komt het ons wenschelijk en noodig voor, dat, evenals
thans 2e en le luitenants bestaan, ook 20 en le adjudanten-onderof
ficieren in het leven geroepen zullen worden, wier distinctief respec
tievelijk worde: 1 en 2 gebombeerde ronde plaatjes, ter weerszijden
in den kraaghoek, 1) én
dat tegelijkertijd voor hen eene kortere graadsbetiteling worde
vastgesteld.
Wij hebben in ons leger den luitenant-kolonel, die dien onmoge-
1 ijken titel op papier behoudt, niettegenstaande iedereen hem bondig
overste noemt; wij hebben den sergeant-majoor, die zich door
de minderen, als gelijke van den bataljonscommandant, met ma
joor, hoort toespreken, maar die bij hen in de wandeling, dub
beleheet, terwijl de officieren het niet verder brengen dan „sant
m'jor." Wjj hebben den adjudant-onderoificier, die „adjudant", door
meer geduldigen soms „onderadjudant", wordt genoemd, hetgeen
beide geen zin heeft, en die in de wandeling bij de minderen „stip"
heet. Wij wagen het te pleiten voor het volgen van het spraakge
bruik, voor het officieel invoeren dus van „overste", „dubbele" en
„stip". Scheldnamen zijn het niet, en waar onze geschiedenis ons
verhaalt van Kabeljauwen en Geuzen, behoeven wij niet te schromen
namen in te voeren, die op zich zelf beschouwd minder oneigenlijk
zijn en meer reden van bestaan hebben dan korporaal, kolonel, of
luitenant-generaal (waar geen generaal is). Het feit, dat zij in geen
ander leger bestaan, zou voor overste al niet gelden, maar ook ove
rigens weinig waarde hebben, daar elk leger graadnamen bezit, die
elders onbekend zijn, a. d, z. Gefreite, maréchal des logis, enz. De
soldaten zijn reeds gewend aan de voorgestelde namen, de officieren
wennen er in eene week, het publiek in Indië in eene maand aan;
1) Met Si-Anoe zijn wij van meening, dat duidelijker distinctieven noodig zijn, maar
niet alleen van de onderluitenants ook van de adj. ond. off. is het distinctief onvoldoende
duidelijk. Red.