158
terwijl de distinctieven ook buiten Indië aangeven of men met een
officier, dan wel met een onderofficier te doen heeft. De gebom
beerde knoop op den kraag toch geldt nergens als officiersonder-
scheidingsteeken.
Zoo worde de onderluitenant dus le stip, de adjudant-onderofficier
2e stip; in de wandeling zijn beiden kortweg: „stip." Weet men
een beteren naam? ook goed, mits bondig.
Ook in de samenleving worde de le stip geheel teruggegeven aan
den stand waartoe hij met eere behoort. De onderofficierskantine
moet hij niet schuwen. Hij zit daar met de andere onderofficieren
even kameraadschappelijk samen als in de officierssocieteit de overste
met den luitenant. Er bestaat geen enkele, steekhoudende reden
om te verwachten, dat de tegenwoordigheid van den len stip in de
onderofficierskantine hem zelf, of zijn stand, of de belangen van den
dienst meer zou kunnen ten kwade strekken, dan het vertoeven aldaar
van den dubbele, mits men beiden overal en altijd onderofficier late
blijven.
Alleen waar toevallige verhoudingen er toe leiden, komedelestip
ten huize van officieren. De gedachte wordt hierbij gemakkelijk
bepaald door de vraag: als de betrokken persoon geen le stip ware,
maar sergeant of desnoods soldaat, zou hij er dan ook ontvangen
worden? Het soldatenkleed sluit hem de deur niet, maar de jas
van onderluitenant of le stip ontsluit hem de deur evenmin.
Het afnemen van den eed komt ons geheel overbodig voor.
Eene moeilijk op te lossen quaestie blijft die der woningen. Zij
kunneD geheel overeenkomstig die der luitenants [zijn maar zij behooren
niet in het officierskampement te staan. Yoorloopig zijn er echter
geen andere woningen. In de toekomst kunnen, op plaatsen waar
volgens de indeeling van het leger l0 stippen en andere onderoffi
cieren, die met hen, wat woning betreft, gelijk gesteld zijn of mochten
worden, in garnizoen komen, woningen vervaardigd worden, nabij de
kampementen. In afwachting daarvan, wijze men voor die onder
officieren thans bepaalde blokken aan. Daarin ligt niets grievends;
de standsgrenzen zijn nu eenmaal zóó getrokken, dat zij tusschen den