159 officier en den onderofficier doorloopen; waar die grens het best geëer biedigd wordt, is het voor alle partijen het aangenaamst. De stip woont zelf liever niet tusschen officieren iü. Wij weten wel, dat er onder de betrokkenen zijn, die beweren het prestige van hun graad op te heffen door zooveel mogelijk aanraking en omgang met het officierskorps te zoeken, maar het is onze over tuiging, dat deze onbewust slechts hunne persoonlijke ijdelheid en niet het belang van de instelling dienen. Door hunne wijze van op treden voeden zij de klachten, doen het aantal tegenstanders toene men, doen het gebouw wankelen, dat zij stutten willen. Wij Bchreven „ijdelheid", omdat het geen rechtgeaarde „trots" of „fierheid" kan wezen zich niet tevreden te stellen met eene zeer eervolle stelling, geheel overeenkomstig verdiensten en leeftijd, maar er liever naar te streven de laatste te worden in een kring, waarin men door positie en leeftijd misplaatst blijft, en waarin men doorloopend moet voelen, dat men slechts geduld is. Worden herzieningen getroffen in den geest van het voorgaande, dan is er ook geen bezwaar tegen den nieuwen graad mede bij de andere wapens in te voeren, waardoor de instelling in den meest uitgebreiden kring ten goede zal werken, en de billijkheid betracht zal worden tegenover de onderofficieren bij alle wapens. Si Anoe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 177