168 van jaren wel zal komen als men ten minste niet telkens van personeel verandert zoo is dat toch geruimen tijd ten koste der postduiven. Het duidelijkste bewijs werd hiervan geleverd o. a. te Utrecht, waar zoo ik meen in 1887, bij het korps genietroepen het eerste Rijkspostduiven-station werd opgericht, hetgeen onder 't beheer kwam van personeel, dat weinig of niet met dit soort sport bekend was. Ook hier werd het gehalte der duiven hoe langer hoe slechter en de resultaten steeds minder, hetgeen zich openbaarde bij de vluchten, door de groote verliezen, die zelfs op betrekkelijk korte afstanden geleden werden. Toen de officier, die eenige jaren later met het beheer van dit station werd belast, zelf erkende niet voldoende daar mee op de hoogte te zijn, werd hem op zijn verzoek een adviseur toegevoegd, waartoe de president van den Nederlandschen postduiven- bond, de heer Jung uit Haarlem werd aangewezen. In Indië nu heeft men dezelfde fout begaan en dientengevolge dezelfde teleurstellingen ondervonden, die zich daar evenwel nog meer deden gevoelen, omdat ook het klimaat en het terrein hierbij hunnen nadeeligen invloed op de ingevoerde duiven deden gelden en men daar niet de hulp van een kundig adviseur kon inroepen. Dat onder al deze omstandigheden de verkregen resultaten zeer ongunstig waren, laat zich gemakkelijk begrijpen en het zou daarom onbillijk zijn om uit deze eerste tegenspoeden, die niet konden uit blijven, af te leiden, dat de postduif in Indië haar oriënteerings- vermogen kwijtraakt, of wel, dat dit zoodanig vermindert, dat zij daar niet te benutten is. Dit zou trouwens in strijd zijn met hetgeen de heer Siberg in dit tijdschrift (1888 bl. 513) gezegd heeft, nl. dat de uitkomsten hebben aangetoond, dat de duiven zich in warme streken goed acclimatiseeren en hare eigenschappen behouden. Geheel in overeenstemming met deze verklaring is het feit, dat reeds in vroegere eeuwen op uitgebreide schaal van postduiven gebruik ge maakt werd in Egypte, Arabië en Perzië, waar het toch óók warm is, zoodat met recht verondersteld mag worden, dat ook bij ons in Indië de luchtpost wel is in te voeren. Zooals ik reeds met een enkel woord zei, is men bij de genomen proeven met te veel overhaasting te werk gegaan en heeft men te spoedig resultaten bij de vluchten willen zien, in plaats van eerst te zorgen, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 186