171
Na eea verblijf van een jaar te Fort de Koek, als wanneer de
ingevoerde honderd duiven goed geacclimatiseerd konden zijn, zou
met het kweeken der eerste jongen aangevangen kunnen worden,
terwijl men door elk paar duiven niet meer dan twee broedsels of
vier jongen zou mogen laten opvoeden, althans in dat eerste broed-
jaar. Eerst met deze in Indië geboren afstammelingen der Holland-
sche of Belgische postduiven zou men nu de oefeningen moeten aan-
vangen, echter ook al weer niet te vlug, voornamelijk met het oog
op de vele roofvogels, tegen wier listen, zooals ik bereids opmerkte,
de jongen nog niet zoo berekend zijn. Deze vluchten zou men dit
eerste jaar weer niet te groot mogen nemen, om ze daarna in het
tweede en derde jaar verder uittestrekken. Wat dit laatste punt be
treft, wachte men zich vooral om vergeljjkingen te maken met afstanden,
die de postduiven in Europa wel eens afleggen van 1000 K.M. en
meer, want ik ben zoo vrij er op te wijzen, dat aan deze vluchteD,
die tot de groote uitzonderingen behooren, slechts de allerbeste exem
plaren van een hok deelnemen en dat daarbij dan nog honderden
duiven verloren gaan.
Indien men op de boven omschreven wijze met de geïmporteerde
duiven handelde, dan zou men ten slotte te Fort de Koek eene collectie
oude kweekduiven houden, die de eventueel te lijden verliezen zouden
kunnen aanvullen. Het spreekt van zelf, dat de afstammelingen in
het 3e of 4e geslacht dezer ouden, wederom eens gepaard dienden
te worden aan regelrecht uit Europa aangevoerde duiven van uitmun
tend ras tot bloed ver versching. Dit zou echter een kwestie van
lateren tijd zijn.
De gevaarlijkste vijanden in Indië voor de postduiven blijven zeer
zeker de roofvogels, die groote verliezen kunnen veroorzaken, doch ook
daartegen is wel iets te doen; indien men n.l. zorgt zijn snel vliegers
door matig maar goed voeder in goede conditie te houden, zoodat zij
niet vet en log worden, maar slank en vlug blijven, dan zullen zij
veelal aan de klauwen der sperwers kunnen ontsnappen.
Ook de kleur der duiven is hier van grooten invloed, omdat de
donkere kleuren minder opgemerkt worden dan de lichtere, waardoor
deze laatste gewoonlijk het eerst een prooi der sperwers worden,
hetgeen op het Rijkspostduiven-station in Artis, met de enkele exem-