VOOR DE PRACTIJK. Engelsche troepen naar Zuid-Afrika. Bij gelegenheid van den oorlog in Zuid-Afrika verschijnen in tal van gezaghebbende militaire tijdschriften artikelen, waarin het Britsche krijgswezen alles behalve gunstig beoor deeld wordt. Niettegenstaande de vele ernstige gebreken, die dat leger aankleven, kunnen wij er nog veel van leeren, al zijn 't in de oogen van sommigen slechts kleinigheden. Zoo trof mij bij lezing van eenige stukken betrekkelijk de mobilisatie der Britsche troepen het volgende: Geen Engelsch cavalerie regiment trekt te velde met blinkende sabel- scheeden. Bij het op voet van oorlog brengen worden ze dot gemaakt. De voordeelen hieraan verbonden: weinig of geen zichtbaarheid en ge makkelijk onderhoud, springen dadelijk in het oog en het moet wel ver wondering baren, dat men in het Indische leger, waar men zoo verbazend dikwijls gelegenheid heeft gehad alle nadeelen van blank gepoetste sabelscheeden te ondervinden, nog nooit tot het bruineeren van die voorwerpen is overgegaan of het ijzer door een ander materiaal vervangen heeft. De Russische cavalerie bv. is voorzien van eene houten, met leder overtrokken sabelscheede. Ieder onzer kent ongetwijfeld de hoogst primitieve wijze, waarop wij onze paarden en muilderen in- en ontschepen. Nadat het dier met veel moeite en dus tijdverlies van de broek voorzien is, wordt het in de hoogte geheschen, waarbij het uit de broek schieten belet moet worden, niet door een breeden platten riem, maar door een gewoon touw, dat vóór langs de borst en achter langs het kruis bevestigd wordt. Al spartelende komt het dier neer, waarbij verwondingen, vooral aan de beenen (knielappen heb ik bij rijkspaarden nooit, bij officierspaarden maar een enkele keer zien bezigen) niet onmogelijk zijn. Eene dergelijke luchtreis zal de uit- teraard reeds schichtig aangelegde dieren niet kalmer maken, terwijl verzet bij het aanbrengen van de broek veel tijdverlies kan veroorzaken. De Engelschen gebruiken geen broek, maar een kleinen box, ruim ge noeg voor het paard om in te staan, terwijl de wanden hoog genoeg zijn om het overspringen te beletten. Eene deur sluit den ingang. In dezen bak staat het dier even rustig als op stal en wordt nu hierin aan en van boord geheschen, eene wijze van behandeling, welke van de onze verschilt als de dag van den nacht. Ik geloof niet, dat zoo'n bak erg duur zou zijn. Een stevig hoekijzeren geraamte met houten vloer en wanden van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 192