188
afzonderlijke order, van een afzonderlijk marschbevel en van een af
zonderlijk gevechtsbevel niet alleen rechtvaardigen, doch zelfs eischen,
maar uit den aard der zaak zal een dergelijke wijze van handelen
om een troep in beweging te stellen en te doen ageeren uitgezon
derd bij vredesmanoeuvres, waar het soms allen schijn heeft, dat
het slechts om bevelen en nog eens bevelen te doen is alleen toe
passing vinden
wanneer er met meerdere bataljons en een groote getalsterkte
aan hulpwapens, trein en ambulance tot éénzelfde doel wordt uitgerukt,
zoodat in ieder geval de voorhoede wel sterker zal zijn dan de
twee compagnieën, door mij in de brochure in de voorhoede geplaatst
en waarbij het object eerst na een langdurigen marsch te bereiken
is;
wanneer in meer dan één bivak wordt gebivakkeerd, dan wel, dat
het bivak een zeer groote ruimte beslaat en eindelijk wanneer in
verschillende colonnes wordt geageerd.
Is zulks het geval, dan kunnen, ja, moeten bedoelde beveleD, op
Europeesche leest geschoeid, worden uitgegeven, wil men verwarring
voorkomen. Dat echter die omslachtige wijze van handelen ook zou
toegepast worden bij een colonne van slechts geringe sterkte, ook
wat de hulpwapens, trein en ambulance betreft, die in een bepaalde
marschrichting oprukt tegen een slechts op enkele kilometers van de
operatiebasis gelegen object, valt m.i. zeer te betwijfelen en acht
ik zonder vrees voor gegronde tegenspraak minstens onpractisch.
Ik geloof dan ook, dat schrijver de omstandigheden, waaronder
het door mij uitgevaardigde gevechtsbevel werd uitgegeven, zoo niet
geheel, dan toch gedeeltelijk heeft over het hoofd gezien. Immers
had hij ze nauwkeurig nagegaan, dan zou het zijne aandacht hebben
moeten trekken, dat in het door mij aangenomen geval,
le, de troepenmacht reeds dagen in het bivak A. gelegerd was,
zoodat veilig mag worden aangenomen, dat ten eerste niet alleen het
terrein in de onmiddellijke Dabijheid van dat bivak bekend was, maar
zeer zeker ook, dat de heuvels met omgelegen kampongranden binnen
5 K.M. afstand gelegen, behoorlijk verkend waren;
2e, dat de bevelhebber beschikte over een schets van het vermoe
delijke gevechtsterrein