191 Deze bevelen werden 's avonds te voren uitgegeven en hiertegen bestond m. i. niet het minste bezwaar. Yoorloopig breng ik deze verschillen slechts onder de aandacht van den lezer, om er later, in verband met hetgeen de heer van den Belt omtrent marsch- en voorhoedebevel opmerkt (blz 1068 en 1069 van zijn opstel), meer uitvoerig op terug te komen. Stuit men gedurende den marsch in geheel, dan wel ten naastenbij onbekend terrein op eene vijandelijk positie, dan moet eene verken ning voorafgaan aan de uit te vaardigen bevelen, welke laatste ook weer, altoos volgens den Leidraad, in hun geheel zouden moeten worden gedicteerd, doch die in de practijk gemakkelijker gege ven worden door korte aanwijzingen van den Bevelhebber (colonne commandant), welke door den stafofficier of adjudant in zijn beve- leoboekje opgeteekend en verzonden worden, op de wijze als in mijne brochure voor den aanval op 's vijands stelling is aangegeven. Uitstekende voorbeelden van in dien geeBt gegeven bevelen zijn o.a. die, welke werden uitgevaardigd voor den aanval op den Glé Sibiah, den dag van het betrekken van het bivak te Lhö Igeueh Pedir (begin Augustus '98). Wij hebben van het zoogenaamd „uit den zadel gev >n van bevelen" treu rige herinneringen uit nog niet lang vervlogen jaren van den A'jehoorlog. Het bekende: „het. .e bataljon komt daar in stelling en wacht nadere bevelen af", werd dikwijls gehoord en het in stelling blijven zoogenaamd om de vijandelijke positie beter te verkennen duurde dan gewoonlijk zoolang, dat een groot aantal dooden en gewonden ons deden betreuren, dat maar niet vroeger het aanvalsplan, zij het ook op wat zwakkere gronden, was beraamd en vastgesteld. In onze terreinen, waar wij gewoonlijk de vijandelijke stelling zeer dicht moeteD naderen om ook maar eenigszins betrouwbare gegevens te verkrijgen, moeten wij dankbaar zijn als berichten en kaart ons in staat stellen van te voren ons plan vast te stellen, de comman danten er mede bekend te maken en zoodoende een juiste samenwer king te verzekeren. Resumeerende kom ik dan ook tot het besluit, dat in het door mij aangenomen geval het van kortzichtigheid zou hebben getuigd, als de voordeelen, verbonden aan het direct uitvaardigen van het gevechts-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 211