'203 Achter dat „enz" veroorloof ik mg een vraagteeken te plaatsenen met betrekking tot punt 10, inhoudende dat de commandanten der wapeDs en diensten om 51/J V.M. bij den colonne-commandant moeten zijn tot het ontvangen van bevelen, zij verwezen naar vorige bladzijden van dit opstel, waarin daaromtrent reeds door mij het noodige is opgemerkt. Het marschbevelzooals het had moeten zijn. Ofschoon ik ook tegen schrijver's marschbevel, zooals het had hunnen zijn, eenige bedenkingen heb (om maar eens iets te noemen, de indeeling van het geheele detachement genietroepen bij de voor hoede, waarvan ik de helft bij de artillerie zou indeelen), ga ik het, om niet te uitvoerig te worden, verder stilzwijgend voorbij, te meer omdat ik het van veel meer belang acht eens te zien of het door schrjjver zoo imperatief voorgeschreven marschbevel wel in alle opzichten navolgenswaard is. Het verschil tusschen schrijver's marschbevel, zooals het had hunnen en zooals het had moeten zijn, schijnt te bestaan in het indeelen van zelfstandige cavalerie en van voorhoede cavalerie (lees! gebonden cavalerie) en in het weglaten van punt 3 in het eerste marsch bevel. Daar ik mij, zooals in den aanhef werd uiteengezet, voorstel in een afzonderlijk artikel op het gebruik van cavalerie in het algemeen terug te komen en daarbij tevens het door den heer van den Belt aaDgegevene aan eene nadere beschouwing wensch te onderwerpen, laat ik hare indeeling onbesproken en merk ik hier alleen tegen schrijver's marschbevel, zooals het had moeten zijn, op: le, dat door de verkeerde indeeling van de bataljons het tactisch verband in het gevecht is prijsgegeven; 2e, dat geen afstand van 300 M. kan worden aangegeven; 3e, dat van de genietroepen de helft bij de voorhoede en de helft bij de artillerie moet worden ingedeeld (versterken van overgangen, verbroeden van doorgangen, enz.); 4°, dat de indeeling van een peloton infanterie als dekking trein en van een compagnie als achterhoede te veel troepen aan het eigen lijke gevechtsdoel onttrekt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 223