209
met den feitelijken toestand, dus met een belangrijk aantal tijdelijk
niet geschikten, die toch in de sterkte van het leger medetellen.
Daardoor wordt voorkomen, dat men de kracht van het leger over
schat, door bij het strijdbare deel ook een aantal momenteel niet
bruikbareu mede te rekenen.
Hier zij tevens opgemerkt, dat voor de militairen, die geschikt zijn
voor alle diensten in een koel klimaat, geen plaats is bij de depots;
deze kunnen dienst presteereu bij de reservebataljons, die in koele
klimaten zijn gelegerd. Daar bij de garnizoensinfanterie geen Eur.
of Amb. fuseliers zijn ingedeeld, althans normaal niet, kunnen alleen
inl. fuseliers geschikt geoordeeld worden voor den zoogenaamden
bentingdienstEur. en Amb. fuseliers moeten dus bij de depots
blijven tot zij wederom geschikt zijn voor alle diensten, hetzij dan
in een bepaald klimaat of niet. Bij de bovengegeven formatiecijfers
is met een en ander zoo goed mogelijk rekening gehouden.
Yoor het strafdetachement heb ik aangenomen, dat de daarbij
geplaatsten kunnen worden ingedeeld in 2 compieën. waarvan éen uit
Europeanen en Amboineezen en één uit inlanders bestaat,
Zoodoende ben ik gekomen tot de volgende formatie voor het vaste
personeel: 2 kapiteins (van de depot-infanterie), 6 luitenants (idem),
2 serg. maj., 18 Eur. en 12 inl. serg., 12 Eur. korp., 50 Eur. fus.
(voor den bewakingsdienst) en 4 inl. hoornblazers.
Yoor de militaire gevangenis heb ik gerekend op 1 depot-kapitein,
2 depot-luitenants, 1 serg. maj., 4 Eur. serg., 6 Eur. korp 30 Eur.
fus. (voor den bewakingsdienst) en 2 inl. hoornblazers.
Yoor het totaal aantal officieren bij de depot-infanterie kom ik dus
tot: 4 majoors, 12 kapiteins en 34 luitenants (waaronder 7 luitenants, die
uitsluitend plaatselijk adjudant zijn). Alzoo kan menig officier, om
eenigerlei reden minder geschikt voor den dienst bij den troep, een
plaats vinden bij de depot-infanterie, terwijl onderluitenants, die
daarvoor speciaal in aanmerking komen, daarbij officier kunnen worden
en als zoodanig ook verder promotie maken, indien blijkt, dat zij in
den officiersstand op hun plaats zijn en volkomen berekend voor hun
werkkring.
Als later de garnizoensindeeling der infanterie en wat daarmede
in onmiddellijk verband staat, afzonderlijk ter sprake komt, zal nader