219
welke niet te velde zijn en ook niet als aanvullingsbat011, van een
te velde zijnde troepenafdeeling zijn aangewezen, zullen pelotons- of
sectiesgewijze aanvulling noodig hebben, terwijl de niet zuiver regel
matig te maken productie der recrutenbat003. nu eens de sterkte eener
compie. overschrijdt, dan weer daar beneden blijft. Daaruit kan de
regel getrokken worden, dat de maandelijks door de recrutenbat0113.
afgeleverde klassen zóóveel geheele comp10°n., pelotons en secties vrij
maken als noodig is voor de behoefte.
Een voorbeeld. De inl. recrutenbat0113. leveren 9 klassen af, de
late compie. van het zooveelste reservebat011, gaat over naar een
der veldbat003., voor die aanvulling in aanmerking komende is daar
voor nog één compagnie noodig dan gaat ook de 2de compagnie over
en bestaat tot de volgende aanvoer dus uit 3 sectiën, is dit niet het
geval dan komen van de 2de compagnie alleen vrij het l3te peloton
en de l3*0 sectie van het 2de peloton, welke als aanvulling gaan
naar de veldbat003., die daaraan behoefte hebben. Zoo zou het kun
nen gebeuren, dat alle 9 vrijkomende sectiën pelotons- of sectiesgewijze
naar verschillende veldbataljons moeten worden gezonden ter aanvul
ling. Eenmaal bekend zijnde wanneer de aanvoer der recruten
bat003, komt, kan van te voren worden nagegaan (aan het Departement
van Oorlog) op welke wijze over de vrijkomende afdeelingen van
het recrutenbat00. in verband met de bestaande behoefte zal moeten
worden beschikt. Blijkt, dat hiermede niet in de behoefte kan worden
voorzien, dan spreekt het vanzelf, dat ook andere compieën. van de
reservebat003, worden aangesproken. Deze korpsen zijn toch uitsluitend
bestemd om daaruit de eigenlijke veldbat003. aan te vullen, ze gaan
dan ook nimmer te velde. Als van het leger groote krachtsinspan
ning moet worden gevergd, de verliezen bij de veldbat003. dus be
langrijk stijgen boven het normale, dan zullen de reservebat0113,
krachtig moeten worden aangesproken, doch dan zijn ook intijds de
recrutenbat003. op grooter sterkte gebracht, zoodat ook de aanvoer
bij de reservebat003, grooter wordt. Onder deze omstandigheden zal
ook de aanvoer van militairen, tijdelijk alleen geschikt voor den
dienst in een koel klimaat, stijgen. Naderen de verliezen weder meer
het normale, dan zal in den regel het meerdere productievermogen
der recrutenbat003. nog een tijdlang voortduren en zoodoende de