222 Verplaatsingen van heele compieën. of batons. daarentegen kunnen uit stekend dienstbaar gemaakt worden aan de oefeningen. Een marsch, een spoorreis, een bootreis van zelfstandige eenheden, moet tevens zijn eene oefening in het marcheeren of in het reizen per spoor of boot, Bij eene dergeljjke regeling zouden speciale boo ten voor troepenvervoer uitstekend tot hun recht komen en finantieel zeer zeker recht van bestaan hebben. Het nut dezer booten bij over- zeesche expeditiën en bij het kolossale troepenvervoer, dat noodig zal zijn als een oorlog met een vreemde mogendheid op til is, behoeft wel niet nader uiteengezet te worden. Het zou volstrekt niet noodig zijn dergelijke schepen in eigen beheer te nemen, met een groote stoomvaart maatschappij is wel een aannemelijk contract te sluiten waarbij het gou vernement ten allen tijde de beschikking heeft over een bepaald aantal schepen speciaal ingericht voor troepenvervoer en zoo noodig in te richten voor ziekenschip. Nog werd niet gesproken over de plaats, die de officieren zullen innemen in een dergelijk aanvullingsstelsel. Het spreekt van zelf, dat voor hen individueele overplaatsingen nog minder te vermijden zullen zijn dan voor mindere militairen. Maar toch zal in vergelijking met de bestaande regeling veel gewonnen zijn. Regel moet zijn, dat bij verplaatsing van geheele comp'eën. of pelotons de daarbij behoorende officieren in die verplaatsing begrepen zijn. Wordt verder in beginsel aangenomen, dat alle pas aangestelde en alle uit Nederland gedetacheerde officieren in de eerste plaats bij de reservebat0113, worden ingedeeld, dan zal ook voor officieren een meer geregelde opschuiving worden verkregen en daaraan is dan tevens verbonden het enorme voordeel, dat zoo lang mogelijk officieren en minderen bijeen blijven. Garnizoensveranderingen van baton3. en compieën. zullen ook de daarbij betrokken officieren niet drukken zoodra de gezonde maatregel is ingevoerd, dat de officierswoningen uit 's Lands magazijnen worden gemeubileerd (voor zoover de hoofd- meubeleu aangaat) en dat officieren eene particuliere woning betrek kende, eveneens recht hebben op verstrekking van meubilair uit die magazijnen. Door het vaststellen van eene billijke vergoeding voor het gebruik dezer meubelen, kunnen tegen het invoeren van dezen zoo gewenschten maatregel geen financieele bezwaren bestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 242