262 ruim IJ uur zijn dan de dekkingskuilen gereed. Bij eene bodem breedte van b.v. 0.30 M. zouden zij in 1 uur klaar zijn geweest. Een borstwering voor een veld- of een bergstuk, kan door 6 werkers resp. in 1^ uur en 1 uur worden voltooid (rekenende op 0,45 M3. per man en per uur, zonder aflossing werkende (HTD bijlage VI art. 47 en LP bijlage art. 76). Een dekking voor de gekoppelde voorwa gens kan door 12 man (van 2 stukken)in 2 a 2^ uur worden gemaakt. Het aanbrengen bij de versohillende dekkingen van graszoden en takken op het voortalud, zal slechts weinig tijd kosten. Heeft men uit de ingraving niet voldoende zoden verkregen om het voor talud te bedekken, dan behoort men de verder noodige te steken in het terrein daarachter en niet in dat voor de borstwering, daar dan de kleur van den blootkomenaen grond de ligging van de loopgraaf zou kunnen verraden. De volgorde van het HTD verder aannemende, worden na deze vluchtige versterkingen behandeld de veldversterkingen. De profielen van deze werken geven infanterie-borstweringen te zien van 1,70 2.50 M. hoogte en batterijen met schietgaten van 1 M. diepte. Deze veldwerken moeten dienen (zie HTD 318) als steun punten van stellingen en tot het vasthouden van geïsoleerde punten* De laatste bestemming voorloopig latende rusten, zouden dus deze vrij zware werken voornameljjk dienen als steunpunten in stellingen in den bewegingsoorlog. Ook kent het HTD in 353 (LP 96) vluchtige versterkingen als steunpunten, maar deze worden blijkbaar van minder waarde geacht dan de veldversterkingen, eene opvatting, welke echter als verouderd moet worden beschouwd. Het grootere profiel toch maakt de veldwerken meer zichtbaar hen volkomen te maskeeren zal in het algemeen niet gelukken. Beschiet de aanvaller het werk slechts met brisante granaten uit lang veldgeschut (gevuld met 1.7 K.G. meliniet), dan kan een gun stige treffer uit de dekking een trechter werpen van 2.5 M. middellijn bij 1 M. diepte. Esn granaat uit een veldmortier, gevuld met 5,8 K.G. meliniet, zal natuurlijk een nog veel grootere verwoesting aanrichten. De infanterie, die de bezetting van dit veldwerk uitmaakt, zal in dit stadium van den strijd zich bevinden in de overdekte schuilplaatsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 290