265
Yoorts zijn die diepe schietgaten ver zichtbaar en daar hunne zij
wangen steil moeten worden opgezet, om voldoende dekking te leveren,
zal bovendien door een enkelen granaattreffer in de borstwering het
schietgat vol grond vallen en daardoor het vuren belet worden, terwijl
de verwijdering van den grond onder vijandelijk vuur zeer moeilijk
zal zijn. Yoor de artillerie blijven dus steeds de dekkingen volgens
fig. 6 en 7 van kracht.
Steunpunten voor infanterie als in fig. 9 zullen in de toekomst
waarschijnlijk veel worden toegepast, vooral daar, waar men de
vermoedelijke aanvalsrichting des vijands niet kent, en het terrein
dus tot verdediging in verschillende richtingen wil voorbereiden. Men
zal dan op gunstige punten op eenige honderden meters van elkaar
dergelijke steunpunten aanleggen, die later het geraamte voor de in
te nemen stelling vormen.
Bij een eventueel uitbreken van den verdediger uit het front zullen
daarbij de steunpunten steeds bezet moeten blijven, ten einde bij een
echec de troepen op te nemen.
Yeldwerken ter verdediging van geïsoleerde punten, die slechts van
ééne zijde kunnen worden aangevallen, b.v. tfer verdediging van een
brug of een ander défilé, zal men op dezelfde wijze aanleggen als de
steunpunten in de stelling en wel om dezelfde redenen.
Yeldwerken op geïsoleerde punten, die van alle zijden kunnen
worden aangevallen, zal men wel moeten sluiten. Dan zal men ook
hoogere borstweringen dienen te maken om geen bestrijkend rugvuur
te ontvangen, en als men ook rekening moet houden met G. vuur,
zullen die borstweringen zoo zwaar moeten worden en zal de aanleg
zoolang duren, dat men het gebied der tijdelijke versterkingskunst
betreedt.
Slechts wanneer men alleen infanterie tegenover zich verwacht (nl.
bij etappeposten) kan men een gesloten werk toepassen met borst-we-
ringprofiélen als fig. 1466-1469 HTD, die dan echter niet zoo dik
behoeven te zijn. Onder (c.q. achter) de borstwering zijn dan alleen
schuilplaatsen noodig voor logies. Dergelijke werken zullen echter
door onze troepen in een oorlog tegen een Europeeschen vijand zoo
goed als rooit worden toegepast. Kan men een geïsoleerde verster
king b.v om een domineerenden heuveltop heen leggen, dan kan men
18
Dl. I, 1900.