279
volle eompagnieëa kunnen gebruiken voor de opruimingen en de
vierde voor communicatiën en dekkingen, welke laatste dan hoogstens
uit loopgraven voor knielende schutters kunnen bestaan. Heeft men
meer tijd ter beschikking, dan kan men het voorterrein verder op
ruimen, de communicatiën tusschen de soutiens en de tirailleurlinie
desnoods tegen gezicht dekken, eventueel horizontale dekkingen en
hindernissen aanleggen.
De algemeene reserve zal bij het inrichten der stelling voor een
deel wellicht vooruitgeschoven zijn. Overigens kan zij gebruikt
worden om de gemeenschappen achter de linie der bataljonsreserven,
en die, benoodigd voor dan tegenaanval, te verbeteren; verder voor
het opruimen van voorterrein, dat niet speciaal tot een der sectoren
behoort, bv. om de artillerieuitwerking te verhoogeo.
De artillerie zorgt voor haar eigen dekkingen en maskeeringen.
De genietroepen zullen worden gebezigd om speciaal technische
werkzaamheden te verrichten bij het verbeteren der communicatiën
en het opruimen van het voorterrein, voornamelijk het slaan van
bruggen en opruimingen door gebruik van springmiddelen.
Veelal heerscht nog de meening, dat de genietroepen moeten dienen
als opzichthebbenden bij de werkzaamheden der infanterie. Dit is
ten zeerste af te keurende technische vaardigheid dezer troepen
wordt dan niet benut, de noodzakelijke werkzaamheden, die deze
vaardigheid vereischen, worden niet uitgevoerd, terwijl de werkzaam
heden der infanterie zoo eenvoudig zijn, dat daarvoor geen technisch
geoefend opzichthebbend personeel noodig is.
Eventueel beschikbare bevolkingsploegen kan men slechts tewerk
stellen aan het raseeren van het voorterrein en den aanleg van
communicatiëa achter de stelling. Men eische steeds, dat ieder der
werkers zijn eigen gereedschap medeneemt, hetzij een patjol of een
kapmes, daar men geen gereedschap voor hen kan meevoeren.
Ik ben thans gekomen aan het einde van dit opstel.
Ik ben overtuigd, voor vele officieren slechts weinig nieuws ver
kondigd te hebben, doch het kwam mij nuttig en noodig voor, te
wijzen op de gebreken van sommige voorschriften, die, hoewel ver
ouderd, toch nog kracht van wet hebben.