VOOR DE PRACTIJK. Premiën bij het schieten. 28 van het Voorloopig Schiet voorschrift voor de infanterie zeide „dat de bij tarief vastgestelde gelden alleen voor premiën bij de voorbereidende oefeningen en bij de schietoefeningen mogen worden aangewend." Onlangs verschenen verbeteringen op het Voorloopig Voorschrift, en eene daarvan was, dat uit het aangehaalde de woorden„bij de voorberei dende oefeningen en" weg moeten vallen. Daaruit is door sommige compagniescommandanten afgeleid, dat voortaan bij de voorbereidende oefeningen geen premiën meer uitbetaald mogen worden. Dat is echter de bedoeling niet. De verbetering geldt hier alleen iets overbodigs uit het Voorloopig Voorschrift weg te nemen, wijl de voorbereidende oefe ningen ook schietoefeningen zijn, vide 9 en 72. Alles blijlt dus bij het oude, ook wat de premiën betreft in de 82, 101 en 110 vermeld, daar deze niet vervallen zijn. Si Asoe. Algemeene dienstplicht voor Europeanen en daarmede gelijkgestelden Wat is tegen dien dienstplicht in onze koloniën? Hij worde, zoolang geen gevaar van buiten de koloniën dreigt, beperkt tot dienst op het eiland, waarop de betrokkene woont; dreigt gevaar van buiten, dan houde elke beperking op. Si Anoe. Vliegers. Ik ben geen vriend van overbodigen paperassensoesah. Juist daarom kom ik het officieel verklaren van een onderhandsch paperas verdedigen. Bij de meeste compagnieën houden de sergeant-majoor en de sergeant van de week elk een vlieger aan. Officieel zijn deze echter niet bekend, daarom besteedt de eene CiesCt. er veel zorg aan, terwijl een ander ze als bijzaken beschouwt, die hij geheel aan de ge noemde onderofficieren overlaat. M. i. ware. het wenschelijk de vliegers, volgens één model, verplicht te doen aanhouden. Zonder goeden vlieger is er geen oog op te houden of Jan, die, terwijl hij in de provoost is, naar het hospitaal gaat, als hij er na 3 maanden uit komt, nog straf te goed heeft; of bijtijds alle arrestanten ontslagen worden; wie door-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 312