TEGEN DEN INLANDSCHEN VIJAND.
Vervolg van blz. 152 en slot
XI. Het dekken van werkzaamhedentreinen of trams.
Bjj het voortrukken in vijandelijk terrein, zullen dikwerf werk
zaamheden moeten geschieden, als: het aanleggen van wegen, tram-of
spoorbanen, het maken of herstellen van bruggen, het openkappen
van terrein, enz. Aangezien steeds gerekend moet worden op een
werkzaam optreden des vjjands, kan slechts gewerkt worden onder
bescherming van troepen. Deze bescherming zal eveneens noodzake
lijk zlJn> wanneer er kans bestaat, dat trams of treinen door den
vijand verontrust zullen worden.
Yoor de beveiliging zal in den regel slechts de beschikking gege
ven worden over een kleine troepenafdeeling, waarmede dikwerf eene
uitgestrektheid van een paar K.M. tegen het optreden des vijands
beschermd moet worden. In verband met de geringe sterkte der
beveiligingsdetachementen is hunne taak geen lichte en zal er van
een volkomen bescherming tegen vuur en aanvallen met het blanke
wapen zelden sprake zijnDe dichte begroeiing van het terrein
verzwaart die taak nog meer, omdat daardoor voor den inlandschen
vijand veelal nog gelegenheid bestaat om door de beveiligende keten
heen de plaats te naderen, waar zich de werkers ophoudeD.
Beslaat de plaats, waar de werkzaamheden plaats hebben, slechts
eene geringe uitgestrektheid, zonder dat aanvoer van materialen van
een eenigszins verwijderd gedeelte door dezelfde troepenafdeeling
gedekt moet wordeD, zoo wordt tot beveiliging der werkers tegen
aanvallen met het blanke wapen ter plaatse eene wacht geplaatst.
Het beschermen tegen mogelijk vuur des vijands geschiedt door het
plaatsen van eenige wachten op niet te grooten afstand van de
Dl. I, 1900 20