301 XII. Versterkingen tegenover een inlandschen vijand. Het doel der oprichting ran posten tegen een inlandschen vijand kan zijn te beletten, dat de vijand zich op het door ons bezette gebied ves tigt of er zich ongehinderd beweegt 5 het in toom houden van de reeds aan ons gezag onderworpen bevolking; het beschermen dier bevolking tegen molestatie van kwaadwilligen het toebrengen van nadeel aan den vijand door het beletten van de uitoefening van den landbouw 5 het tegengaan van handelsrelaties tusschen de onderworpen bevol king en de vijandige; het beletten van het verkeer langa wegen, bruggen of rivieren; het beletten van den invoer van oorlogsbehoeften, levensbehoeften en opium in het vijandelijk gebied; het beschermen van wegen. Een goed voorbeeld vinden we in de oprichting der op ultimo Maart 1876 door onze troepenmacht in Groot-Atjeh bezette verster kingen. Door de verovering en bezetting der XXV moekims en de afsluiting van het gebied des vijands van de kusten van de baai van Kroë.ig Raba tot aan de Kroëng Raja hoopte men aan de geheele sagi der XXII moekims en een gedeelte der XXVI moekims hare voornaamste hulpbronnen van bestaan te ontnemen, den vijand naar het binnenland terug te dringen en zoodoende van onze nederzettin gen afhankelijk te maken en te noodzaken zich vroeg of laat aan ons te onderwerpen. Die afsluiting kon alleen geschieden door het op richten van een postenlinie, die den vijand moest beletten, zich op het door ons bezette terrein te vestigen of er zich ongehinderd te bewegen. Ten einde bovendien de reeds aan ons gezag onderworpen bevolking in toom te houden en haar tevens wat voor ons eene eerste verplichting was tegen overlast van den vijand te beschermen en eindelijk onze hoofdvestiging te Kota-Rrdja en hetgeen daartoe behoorde, die volko men veiligheid te verzekeren, waarop eene centraalstelling aanspraak moet maken, was het noodzakelijk, dat eene tweede linie van posten binnen het veroverde gebied werd opgericht. Op ultimo Maart 1876 bevond zich aan de grenzen der XXV en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 333