303 moeten zijn op onverhoedsche aanvallen. Het taktisch doel wordt bereikt door een behoorlijke ligging, een juiste plaatsing van bastions, goede richting der facen, voldoend krachtig geschut- en geweervuur. De verdediging moet zoo krachtig mogelijk kunnen zijn, wat ver kregen wordt: le, door een maximum van stormvrijheid in verband met een doelmatig tracé, zoodat de versterking met een minimum van strijders te verdedigen is; 2e, veiligheid tegen brandgevaar3e, voor ziening in alle materieele behoeften 4e, veilige berging der munitie. Daar het vuur van enkele schildwachten den vijand niet tegenhoudt, wanneer hij er in geslaagd is, om onopgemerkt tot op korten afstand te naderen en snel op de versterking toeloopt, is 't zaak, dat de borst wering door hare hoogte alleen, of in verband met de voorgelegen hindernissen den vjjand zoolang tegenhoudt, dat de verdedigers hun ne alarmstelling kunnen innemen. Opruiming van het voorterrein is reeds een belangrijk iets. Op Atjeh werd voor het beter uitzicht om de posten een strook van 1000 M. opengekapt. De opruiming van alang-alang om de verster king is niet alleen noodig, omdat de vijand zich daarin schuil kan houden en ongezien tot op korten afstand kan naderen, doch ook met het oog op brandgevaar. In den tijd van aanhoudende droogte vormen hoog gras en alang-alang uiterst brandbare stoffen. Enkele vonken in drogen alang-alang geworpen, zjjn voldoende om een grooten brand te doen ontstaan, die moeielijk te stuiten is. De vijand, die wel eens van dit middel heeft gebruik gemaakt, was zich ook van het groote voordeel volkomen bewust. Op den 8en Februari 1876 werd door den vijand de alang-alang ten N. en ten O. van onze versterking te Lamprit in brand gestoken. Een langdurige droogte, hooge temperatuur en de wind waren in ons nadeel, zoodat de vlammen zich meer en meer in de richting der versterking verspreidden. Door buitengewoon zwaren arbeid gelukte het der bezetting om op korten afstand van de Oosterface over een terreinstrook ter breedte van 3 4 M. de alang-alang af te snijden en den grond over een breedte van tot 2 M. om te spitten. Het vuur naderde tot een 20 M. afstand, doch overschreed gelukkig de opgeruimde strook niet. De zware rook was in ons voordeel, daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 335