304 hij den vijand belette te zien, dat het grootste gedeelte der bezetting buiten de versterking bezig was, zoodat zij niet te lijden had van het geweervuur des vijands. Des nachts moesten weder maatregelen genomen worden tot blusschen, daar de opkomende nachtwind het vuur in de nabijheid weder deed opflikkeren. Een emplacement in de nabijheid van stroomend water kan mede tot verhooging der stormvrijheid leiden. Als hindernis komt een stevige, goed dicht gespannen horizontale ijzerdraad versperring het eerst in aanmerking, terwijl de plaatsing van eene barrière voor de poorten noodig is. Poort en barrière mogen 's nachts nooit en in tijden van gevaar ook overdag niet gelijktijdig geopend worden om verrassingen te voorkomen. Den 22en Juni 1877 drongen 's morgens om 2x/2 uur een achttal Atjehers tegelijk met den van het opsteken der lantaarns terugkee renden lampenist de versterking te Blang Ni binnen, waar zij aan de bezetting een belangrijk verlies toebrachten, eer zij neergelegd werden. De binnen-verlichting moet zoodanig ingericht zijn, dat zij van buiten niet zichtbaar is. Een goede buitenverlichting is onmisbaar, 't Is raadzaam de lantaarns aan de palissadeering te bevestigen, waar door het aansteken van het banket kan geschieden en de ijzerdraad versperring verlicht is, zoodat de vijand zich in het volle licht er door heen moet werken. Heeft men wit zand bij de hand, zoo is 't wenschelijk daarvan om de versterking en buiten de versperring een laag aan te brengen. Om het geruischloos naderen te voorkomen kan men buiten de ver sterking kadjangmatten leggen. De palissadeering moet een hoogte van 2,5 M. hebben. Bij lagere wordt geen voldoende hindernis verkregen. Dit bleek bij den aanval op Lemboeg N.O., waarbij de Atjehers over de lage palissadeering heensprongen (23 op 24 Jan. 1876). Kan geen stormvrijheid verkregen worden door het aanleggen van een ijzerdraad versperring en door een palissadeering, zoo neemt men zijn toevlucht tot glasscherven, randjoes, bamboedoeri en andere doorngewassen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 336