310 kelijk groot verdedigingsvermogen soms inlandsche versterkingen en stellingen hebben. In bosscheu zal door den vijand veel gebruik gemaakt worden van verhakkingen, waarvan de nadering door randjoes, wolfskuilen, coupures en springlansen bemoeielijkt wordt. De dichte begroeiing werkt bovendien belemmerend op de voorwaartsche beweging, terwijl de vijand het voordeel van zijne terreinkennis bezit. Klapper- en andere regelmatig aangelegde tuinen zullen den aanval minder bemoeielijken. Daar bijna elke kampong omringd is door een heestergewas, dat dikwerf een moeielijk doordringbare afscheiding vormt, zal daardoor reeds een verdedigingslinie ontstaan, welke meer of minder stormvrij is. Heggen van bamboedoeri en aloeë leveren het meeste bezwaar voor den aanval op, daar zij onder het vuur des vijands met het kapmes opgeruimd moeten worden. De woningen der inlanders zullen veelal niet van dien aard zijn. dat zij gelegenheid geven tot verdediging. Da missigits en huizen der aanzienlijken zullen, waar zij omringd zijn door een muur, den Vijand gelegenheid aanbieden tot hardnekkigen weerstand. De kratons zijn 'c best met steden te vergelijken, daar zij uitge strekt zijn en, behalve de woningen der vorstelijke familie, ook de ver blijven bevatten van duizenden volgelingen. Men vindt er muren, pleinen, tempels, enz. in. De verschillende vakken door muren daar- gesteld, de tempels en de hoofdgebouwen zouden bij goed genomen verdedigingsmaatregelen veel troepen voor de inname vereischen. Onze batere wijze van oorlogvoering en de minder goede maatregelen des vijands stellen ons echter met betrekkelijk geringe macht in staat om ons van deze kratons meester te maken. Hierbij zal het geschut eene groote rol kunnen spelen met het oog op bresschieten en de taak der infanterie zeer verlichten. Ook de genietroepen zullen mede moe ten werken tot het opruimen der muren. Somtijds zal de vermeeste ring der ringmuur voldoende zijn om den vijand er toe te brengen het verzet op te geven. Gedurende de Engelsche tusschenregeering maakte zich de Engel- sche macht, sterk 1000 man, meester van den Kraton te Djokja, welke een gebastionneerden wal had, drie mijlen in omtrek, omringd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 342