316 gezorgd moeten worden, dat zij bij hun optreden, alhoewel zij van grooten steun zijn door het bedreigen en aanvallen des vijands, toch geen zoodanigen invloed op de operatiën kuunen uitoefenen, dat door het niet uitvoeren van het opgedragene of door een ontstane paniek het bereiken van het einddoel in gevaar wordt gebracht. Is zoo danige regeling niet mogelijk, zoo zal door het toevoegen van kleine troepenafdeelingen, die als het ware een kern vormen, de gevechts- waarde der hulptroepen verhoogd moeten worden. Deze kern zal echter zooveel mogelijk gespaard moeten worden tot de meer ge wichtige oogenblikken, wanneer de strijd zoo hevig is, dat het moreel der hulptroepen geschokt wordt en ondersteuning van gedisciplineerde troepen het vertrouwen op den goeden uitslag weder moet doen terug keeren. Is het gevecht afgeloopen, dan kunnen de hulpbenden groote hulp verleenen bij de vervolging van den in kleine benden vluchtenden en reeds gedemoraliseerden vijand. Hunne gemakkelijkheid van bewe ging geeft hun hiervoor eene bijzondere geschiktheid, zoodat zij hier door belangrijk kunnen medewerken tot het vernietigen of oplossen van de vijandige benden. Men wijst den hulptroepen liefst een afzonderlijk bivak aan. Is zulks niet mogelijk, zoo dienen maatregelen genomen te worden om de nadeelen van het vereenigd bivakkeeren te verminderen. XV. Kondschapsdienst. De middelen, welke de kondschapsdienst aangeeft tot het verkrijgen van berichten omtrent toestand, bewegingen en bedoelingen des vijands, gepaard met terrein en andere omstandigheden, zjjn van verschillen den aard. De berichten kunnen verkregen worden door mededeelingen en ondervraging, kenteekenen, eigen waarneming en door spionnen. Mededeelingen kunnen, hetzij uit eigen beweging, hetzij bij onder vraging verkregen worden van bevriende bewoners van het vijandelijk land, van krijgsgevangenen of vijanden, die zich onderwerpen. De waarde van elke mededeeling hangt voornamelijk af van den persoon, van wien men haar ontvangt. Hoewel men nimmer onbepaald vertrouwen aan berichten kan hech ten, indien zij niet bevestigd zijn door mededeelingen van andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 348