317 personen, die niet met elkaar in betrekking zijn geweest, mag men toch geen enkel bericht zonder nader onderzoek verwerpen. Berichten van inlanders zullen dikwijls, zelfs al zijn de berichtgevers te goeder trouw, overdreven of geheel onjuist zijn. Hoewel het inwinnen van berichten meer tot de taak van het civiel bestuur behoort, zullen ook officieren 't zeer dikwijls moeten doen. Bij ondervragingen moet zeer veel bsleid getoond worden. Men tracht al pratende, zonder eenige belangstelling te toonen, den persoon tot het doen van mededeelingen te brengen. Worden de verlangde inlichtingen niet dadelijk gegeven, zoo moet daarop niet te zeer wor den aangedrongen, doch tracht men later ongemerkt het gesprek op hetzelfde onderwerp te brengen. Ongemerkt houdt men den persoon goed in 't oog, aangezien dikwijls uit een enkele beweging of blik op te maken is, welke waarde aan de mededeeling gehecht kan worden. Gevangenen en overloopers moeten zoo spoedig moge lijk en elk afzonderlijk ondervraagd worden. Maatregelen moeten genomen worden om te voorkomen, dat zij met elkaar kunnen spreken. Men zij indachtig, dat inlanders de sterkte der vijandelijke benden gewoonlijk overschatten en de afstanden tusschen verschillende plaatsen te klein opgeven. Dikwerf zal door inlanders voor het opgeven van den tijdduur geen gebruik gemaakt worden van uren, doch van eene omschrijving, bijv. de tijd noodig tot het droog worden van het haar van iemand, die zich gebaad heeft of wel de tijd, waarin een strootje opgerookt is. Voor afstanden wordt soms gebruik gemaakt van het aantal keeren, dat een persoon, die een vracht draagt, op het traject rusten zal. Bij het aangeven van bepaalde oogenblikken wordt gebruik gemaakt van het opgaan of ondergaan van zon of maan of van de plaats, waar zich het hemellichaam bevond. De te stel len vragen zullen betreffen al datgene, wat van invloed is op het bereiken van het voorgestelde doel en de middelen, die daartoe aan gewend moeten worden. In den oorlog tegen den inl. vijand zal veelvuldig gebruikgemaakt worden van spionnen. De taak van een spion is zeer bezwaarlijk, daar, zoodra bij den vijand het vermoeden ontstaat, dat er tusschen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 349