325 China duidelijk te maken, dat nu het oogenblik gekomen was om te breken met de verouderde traditiën van eigenwaan en onverschilligheid. Op aandringen der mogendheden werd de bekende staatsman Li Hung Chang naar Tokio gezonden om over den vrede te onder handelen. Nauwelijks had Japan zjjne wenschen kenbaar gemaakt, of van af dat oogenblik mengde zich eene mogendheid in den politieken strijd, die zich tot nu toe schijnbaar daarbuiten had gehouden. Die mogend heid was Rusland. Rusland toonde zich een beslist tegenstander van alle verdere voorwaartsche beweging der Japansche troepen en van elke bezetting van eenig Chineesch grondgebied door Japan zoo stelde het dit rijk ook den eisch: Korea te ontruimen. De Japansche regeering nam een oogenblik eeDe houding aan alsof zij deze hooge eischen niet wilde inwilligen, waarop Rusland, gesteund door de staatkundige verhoudingen van dien tijd, zich den politieken steun van Frankrijk verzekerde en met deze mogendheid, alsmede met Duitschland, eene soort triple-alliantie sloot, welk verbond zeer grooten invloed deed gelden op de samenstelling van het vredes verdrag van Simonoseki. Engeland bleef op een geisoleerd stand punt in deze zaak en trok noch partij voor China noch voor Japan. Japan was wel genoodzaakt toe te geven en de houding van dat rijk wordt weer zoo kenschetsend beschreven door de Lanessan, waar hij zegt: „On lui imposa une paix aussi honorable pour la Chine qu'hu- „miliante pour l'amour-propre japonais". Het verdrag van Simonoseki werd op de volgende gronden vastgesteld: 1®, erkenning van de geheele onafhankelijkheid van Korea; 2®, China staat aan Japan af Formosa en de Pescadores; 3®, China betaalt aan Japan een som van 800 millioen francs als oorlogeschatting; 4®, voor zekerheidstelling, dat deze som zal worden afgedragen, stemt China er in toe, dat de baai en de haven van "Weï- haï-Weï tijdelijk door Japansche strijdkrachten zullen worden bezet; 5®, openstelling van de volgende havens en steden: Su-tcheou-fou in Koei TcheouHang-tcheou-fou in Tche Kiang;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 357