338 Peking zijn van het hoogste belang. De haven van Kiao-tcheou is uitstekendde baai is sedert geruimen tijd als zeer goed bekend, oorlogsschepen van verschillende mogendheden vonden hier tijdens den Japansch-Chineeschen oorlog dikwerf beschutting. Bovendien was het verblijf der Russen te dier plaatse van zoo langen duur geweest, dat de diplomatie een oogenblik in den waan verkeerde, dat Kiao- tcheou bij geheim verdrag aan Rusland was afgestaan. (Vergelijk hiermede de Conventie van Cassini). Kiao-tcheou is een veilige haven voor alle schepen door de groote uitgestrektheid kunnen geheele vloten er een onderkomen vinden, terwijl door de ligging hoogst zelden en dan nog slechts voor een gedeelte de baai in den winter bevroren is. Door hare ligging in het Zuiden van de provincie Chan Touog, in de nabijheid van het bergachtige Taï-Chan, waar zich uitgestrekte steenkolenvelden bevinden, alsmede ijzermijnen en waar zelfs goud en edelgesteenten worden aangetroffen, niet ver van Weï- hien, het groote industriëele en commerciëele centrum in dit gebied, is Kiao-tcheou als 't ware bestemd om hare belangrijkheid van vroeger eeuwen te herwinnen. Niet zonder reden was men te Londen bevreesd voor geduchte concurrentie van Kiao-tcheou contra Tchi-fou en Tien-tsin. Chan Toung bezit toch meer dan 30 millioen inwoners, d.i. 212 per K. M5. die toevloeiing van bevolking heeft het te danken aan het bij uitstek gunstige klimaat, de vruchtbaarheid van den bodem en den rijkdom aan mijnen. De spoorwegconcessiën zullen niet alleen deze geheele rijke provincie onder den invloed van Duitschland brengen, maar ook nog Ho Nan; beide provinciën sluiten een gedeelte van het Hoang Ho bekken in, bovendien loopt het groote keizerlijke kanaal er doorheen, een der toegangswegen tot centraal China, die evenals de Zuidelijke weg naar Peking daardoor geopend zijn voor Duitsche ondernemingsgeest. In eene redevoering den 8sten Februari 1898 door den Duitschen staatsman von Bulow gehouden, zeide deze, dat Duitschland behoefte had aan een gewichtig handelspunt op het vaste land van China, zooals Frankrijk er een had in Tonkin, Engeland in Hong Kong, Rusland in het Noorden van dat rijk. Door de bezetting van Kiao- tcheou, die geschiedde zonder dat de betrekkingen met andere mogend-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 370