339 heden er onder leden, werd bovenstaande wenseh verwezenlijkt, die zoo geheel in overeenstemming is met de grootsche plannen van den Duitschen Keizer. Gevolgen van de bezetting van Kiao-tcheou. De houding van Engeland gedurende de Duitsche expeditie. Nauwelijks was het bericht omtrent het binnen varen van Kiao- tcheou door admiraal Diederichs in Europa bekend geworden of uitingen in de Engelsche pers deden duidelijk blijken hoe men in Groot-Brittannië over Duitschlands optreden dacht. Zoo werd in de „Times" de meening verkondigd, dat de Giroote mogendheden verplicht waren zich te verzetten tegen de opening van de Chineesche quaestie, welke opening door de overhaaste daad van Duitschland bewerkstel ligd werd. De „Standard" was van meening, dat alhoewel de Keizer van China en Wilhelm II het recht hadden onderling verdragen te sluiten, het toch voor de andere belanghebbende mogendheden zaak was om te onderzoeken of deze verdragen niet in strijd waren met het algemeen belang. Andere Engelsche bladen zagen in de bezetting van Kiao-tcheou een triumf voor de koloniale politiek van den Duitschen Keizer en spraken het vermoeden uit, dat de Rijksdag nu wel zonder discussie de benoodigde gelden zou toestaan tot uitbreiding van de Duitsche oorlogsvloot, welke uitbreiding de lievelingswensch was van Wilhelm II. Toen dan ook Prins Heinrich uit Kiel naar China vertrok, ontbrak het in de Loodensche bladen niet aan satirische opmerkingen en werden de redevoeringen van den Duitschen Keizer niet weinig gecritiseerd. Plotseling verdwenen echter die aanvallen op Duitschlands kolo niale politiek; Prins Heinrich bracht te Portsmouth een bezoek aan Koningin Victoria, en toen den 8sten Januari d. a. v. het gerucht liep van de z.g. verpachting van de baai van Kiao-tcheou bleef de pers in Engeland er volkomen onverschillig onder Neemt men in aanmerking, dat Engeland in die dagen eene groote expeditie naar de Njjl uitrustte en zich toen tevreden stelde met zich slechts in zooverre in de Chineesche quaestie te mengen als de onderhandelingen betrof over een tweede door China te sluiten lee ning, dan is de menigmaal geuite onderstelling, dat er te Ports-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 371