348 Yunnan naar Calcutta te doen afvloeien, alsmede van de vriendschaps betrekkingen tusschen den Duitschen Keizer en den Czar. Die uitingen in de Britsche dagbladen wezen zoo duidelijk op wijziging der wel willende houding van Engeland ten opzichte van Duitschlands nieuwe politiek, dat een Duitsch dagblad van die dagen zich niet ontzag de nadrukkelijke meening te verkondigen, dat het noodzakelijk was voor alle mogendheden van het Yasteland om zich te verbinden, teneinde een economischen strijd a outrance te beginnen tegen Engeland en dien strijd voort te zetten tot de macht en de aanmatiging der Britten voorgoed ten onder zouden zijn gebracht. Toen nu de Eransche gezant Dubail in die dagen bij de hooge regeering te Peking protest inbracht tegen de gevangenneming van een Eranschman in Tonkin door Chineesche roovers en nadrukkelijk eischte, dat binnen acht dagen genoegdoening zou geschieden onder bedreiging van actief optreden van Frankrijk, bleven in Engeland de geschriften niet uit tegen een Russisch-Eransch verbond en de nadeelige gevolgen daarvan in Oost-Azië. Te Londen werd op krachtige wijze geprotesteerd tegen de uitbreiding van de invloedssfeer van boven genoemde mogendheden in het Amoergebied en in Tonkin, welke uitbreiding stellig verdere annexatiën tengevolge moesten hebben in de toekomst. Engeland had eenmaal de vlag van vrijhandel in China geplant en was verplicht die te verdedigen. Een gevolg van een en ander was de eisch der Britsche regeering, dat Taliën wan, Nan king en Kiao-tcheou tot vrijhaven zouden worden verklaard, welke eiech een uitdaging was op politiek gebied aan geheel Europa. Door dit optreden scheen het oogenblik te zijn aangebroken tot verwezenlijking van het verbond tusschen Frankrijk, Rusland en Duitschland, welk verbond reeds in 1895 was voorbereid en aan de begeerten van Engeland een onoverkomelijken hinderpaal in den weg zou kunnen stellen. Het Chineesch-Engelsch verdrag. In dezen tijd van politieke verwikkeling gelukte het aan de En- gelsche diplomatie om met het Tsung li Yamen een verdrag te sluiten, ■waarvan de artikelen van buitengewoon belang waren. Zij luidden: le. Opening van alle bevaarbare waterwegen in het binenlannd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 375