344
van China, van af de maand Juni 1898, voor alle Britsche en an
dere schepen.
2e. Neutraalverklaring van de landstreken in de vallei van de
Yangtse Kiang, d. w. z. eene formeele belofte van China aan Enge
land, dat het geene gronden in dat gebied zou verpachten, verkoopen
of in onderpand geven aan welke mogendheid ook.
3e. Bevoorrechting van een Eagelsch onderdaan bij de benoeming
tot de betrekking van Inspecteur-Generaal der Douanen, zoolang de
Britsche handel in omvang dien van andere landen bleef overtreffen.
Tegelijkertijd met het tot standkomen van dit verdrag, liep het
gerucht, dat een Engelsch bankiershuis te Hong Kong, gezamenlijk
met een Duitsche bank zich zou belasten met de uitschrijving van
eene nieuwe leening, groot 400 millioen francs, om China in staat
te stellen het tweede gedeelte der oorlogsschatting aan Japan uit te
betalen.
Nemen wij bovenstaande bepalingen nader in beschouwing, dan
zien wij, dat Engeland tegenover de bezetting van Kiao-tcheou en
Port Arthur geen concessie tot afstand van grondgebied eischte.
Engeland had aan uitbreiding van grondbezit geene behoefte; het
bezat het gunstig gelegen Hong Kong, dat niet zooals Tonkin van aan
houdende aanvallen der oproerige bevolking te lijden had. Als bij
uitstek handeldrijvende natie kon uitbreiding van grondbezit meer
nadeelen dan baten opleveren. Het hoofddoel van de Britsche re
geering was, de hand te kunnen leggen op de fiaanciëale bronnen
van het Chineesche rijk en de zekerheid te verwerven, dat geene
andere mogendheid door de verkregen concessiëa afbreuk zou kun
nen doen aan den Engelschen handel. Als wij in aanmerking nemen,
dat de betrekking van Inspecteur-Generaal der Doaunen overeenkomt
met de positie van Minister van Financiën, dan mag wel als vast
staand aangenomen worden, dat hoe levendig de concurrentie van
Japan en Duitschland ook zijn moge, het lang zal duren voor En
geland op commerciëel gebied in China van den troon zal zijn ge-
stooten.
Door de neutralisatie van de Yangtse Kiang vallei ligt het rijkste
gebied van het Chineesche rijk open voor commerciëele onderne
mingen van alle mogendheden, maar men mag niet vergeten, dat tot