I)E NIEUWE KEUKENS
De tijd, dat het Iodiach leger in aartsvaderlijken eenvoud zijn potje
op drie keien gaar brandde, is bijna voorbij, want het einde der eeuw
bracht ons eene gansche batterij van blinkende ketels met glimmende
manometers en kraneD, die ons een prettigen indruk van netheid
en degelijkheid geeft en de verwachting der maag hoog doet spannen.
Bravo! het is met goed gevulde maag, dat men veldslagen wint!
Bovendien zal het geheele garnizoen uit één keuken bediend worden
en dus voor allen hetzelfde eten worden verstrekt, hetgeen het voor
deel medebrengt, dat de manschappen van de eene compagnie niet
meer met jaloersche blikken naar die van een andere kunnen kijken,
alwaar volgens hen door de bijzondere culinaire bekwaamheden van
den compagniescommandant eene betere menage gevoerd wordt. De
menage zal voortaan overal goed zijn
Maar toen ik het concept der wijzigingen op den I. D. ten behoeve
van garnizoenskeukens 1) onder de oogen kreeg, was ik teleurgesteld.
Wel zijn de keukens veranderd, doch verder blijft alles bij het oude.
Weer worden compagniescommandanten beurtelings belast met het
voeren der menage over de naar den landaard samengevoegde com
pagnieën, weer zullen als „chef de cuisine" sergeanten beurtelings
optreden zelfs kunnen nu 6, zegge zes, luitenants v/d week tegelijk
in een keuken komen soep keuren en rapporteeren aan den kapitein
v/d week (een andere dan de kapitein der menage), of deze goed
dan wel slap is, zoodat alsdan een achttal officieren elkander als
het ware omverloopen in de keuken. Vervolgens gaan de officieren
van den dag der verschillende bataljons met den Chinees „kleine
vivres aan het vechten over de meer of minder goede qualiteit der
belandja, het aan dezen Chinaman overlatende om, wat de eene officier
afkeurt, den anderen collega (niet zoo minitieus of minder op de hoogte
1) Of dit de juiste titel is, weet ik niet meer.