22
zou bijv. kunnen voorschrijven, dat eene zoodanige dispositie in den
vorm van een vonnis gesteld zou moeten worden, waarin de chef van
den strafoplegger al zijne overwegingen zou moeten weergeveD.
Op deze wijze zou men een drieledig voordeel bereiken.
Ten eerste zou men een deugdelijkeu waarborg krijgen tegen wil
lekeur in het afwijzen van gegronde reclames. Er is niets, dat meer
tot willekeur prikkelt, dan het bewustzijn, dat men zijne beschikkingen
niet behoeft te motiveeren, en daarvoor ook niet ter verantwoording
kan worden geroepen. En dat er meermalen willekeur heerscht in
het afwijzen van gegronde reclames kan moeielijk worden ontkend.
Het is een feit, dat er herhaaldelijk reclamezaken door krijgsraden
worden behandeld, die nooit zoover hadden mogen komeD, en die bij
rechtvaardige beschikking van den chef van den strafoplegger reeds
in eerste ressort ten genoege van den reclamant zouden beslist zijn.
Herhaaldelijk komt het voor, dat de krijgsraad met algemeene
stemmen een reclame gegrond verklaart en zich vruchteloos afvraagt,
waarom de chef van den strafoplegger haar ongegrond, somtijds zelfs
oneerbiedig heeft geoordeeld. Aan dit alles zou voor goed een einde
worden gemaakt, indien voorgeschreven werd, dat genoemde autoriteit
verplicht zou zijn steeds zijne dispositiën te motiveeren.
Ten tweede zou de reclamant zich veel eerder bij eene afwijzende
beslissing nederleggen, indien zij behoorlijk met redenen omkleed was.
Hoe gaat het thans? Hem wordt eenvoudig medegedeeld, dat zijne
reclame ongegrond is bevondeD, zonder meer; en zoo hij overtuigd
is van zijn goed recht, zal hij door deze afwijzendp, maar formeel
door niets gemotiveerde beslissing zeer zeker niet van inzicht ver
anderen. 't Gevolg is, dat hij doorreclameert, terwjjl hij zich anders
wellicht bij de zaak zou hebben neergelegd.
't Is waar, tal van reclames hebben geen ander doel dan den
strafoplegger of wel den persoon, die de straf heeft uitgelokt, in
moeielijkheden te brengen en hem eenige onaangename oogenblikken
te bezorgen. Reclamanten, die met dit doel zich tegen eene straf
verzetten, zullen zich door het gemotiveerd oordeel van den chef van
den strafoplegger niet laten weerhouden om toch den krijgsraad aan
te vragendoch bij de tegenwoordige regeling doen zij dit evenzeer.
Nadeel is van ons voorstel dus niet te verwachten, en het blijft een