374
van de gewichten, waardoor anders schade aan de dekken zou kunnen worden
toegebracht. Als het schip drie of meer masten heeft, worden de tegenge-
wichten bij den grooten mast aangebracht. De kolenemmers worden over de
transportkabels naar en van het te laden schip gevoerd, daar deze emmers
worden vastgehaakt aan de trolleys, die over de kabels loopen.
De geladen emmers loopen naar het oorlogsschip tengevolge van de
zwaartekracht en worden, na ontladen te zijn, weer ingehaald naar het
kolenschip door middel van lieren met trommels.
De masten van het kolenschip zijn voorzien van twee horizontale voor-
en achterspieren, uitgebracht nabij het lagere gedeelte van den top van
den mast.
Deze spieren zijn voorzien van groeven, waarin trolleys loopen. Die
trolleys loopen altijd naar de buitenste einden van despieren^ zij voeren
de emmers met kolen van en naar een platform beneden de loopkabels,
doch zij kunnen op elk punt door middel van remschoenen boven de
luiken worden stilgehouden.
Rond den voormast, maar boven het dek, is een vierkant platform ge
bouwd, waarop een of twee man staan. Als een geladen emmer van
beneden komt, wordt deze van de trolley afgenomen en een helper haakt
hem aan de kabeltrolley, van welke de ledige emmer losgemaakt is gewor
den en zendt den geladen emmer op weg naar het oorlogsschip. De ledige
emmer wordt op de boven het hoofd aangebrachte boomtrolley geplaatst
en gezonden naar het luik, waar het laden plaats heeft.
De voorstellen werden nog verder uitgewerkt van het voorzien van
kolen of laden van twee schepen, die evenwijdig aan elkaar liggen doch
van elkaar gescheiden zijn, en er wordt gezegd, dat dit plan zelfs nog
meer de attentie van het Marine-Departement heeft getrokken dan de
bovenvermelde methode.
(Boyal United Service InstitutionJanuary)
Het Boeren-geweer.
In afl. 13 van den vorigen jaargang deelden wij eenige bijzonderheden
mede omtrent de veldartillerie der Boeren, die, zooals uit de verschillende
gevechten blijkt, schitterende bewijzen harer practische bruikbaarheid
aflegt. Thans zullen wij een en ander meedeelen omtrent het geweer,
waarmee de Boeren bewapend zijn. Mogen zij in het algemeen al in een
reuk van overdreven conservatisme staan, hunne wapening beantwoordt
volkomen aan de eischen des tijds.
Het Mauser-repeteergeweer M. 96 is voorzien van grendelsluiting met
twee steunnokken. Het magazijn bevindt zich in het middengedeelte
der lade en is onzichtbaar. De patronen worden van den houder, die