375
er 5 bevat, afgestroopt en liggen zig-zags-gewijze boven elkander in het
magazijn. Het vizier heeft twee kepen en is tot op 2000 M. verdeeld.
De houten handbeschermer reikt van het staartstuk tot den onderband.
De kogel bestaat uit een hardlooden kern met een vernikkeld stalen
mantelde patroon bevat 2,5 G. rookzwak blaadjeskruit. De messingen
huls heeft geen uitstekenden rand, doch eene rondgaande groef. De
vuursnelheid bedraagt 25 gerichte schoten per minuut; het mechanisme
laat overigens het afgeven van 50 schoten per minuut toe.
De ondervolgende getallen geven verder een denkbeeld van het ver
mogen van het wapen.
Kaliber (tusschen de velden gemeten)7 m.M.
Lengte zonder bajonet 1235
Gewicht en met ledig magazijn4 K.G.
der bajonet zonder scheede0,4
Lengte n 376 m.M.
Lengte van den loop738
Aantal trekken4
Spoed220 m.M.
Helling der trekken5°42'30".
Diepte v 0,125 m.M.
Breedte 3,9
Lengte der vizierlijn (bij standvizier)642,8
Gewicht van den ledigen houder10 G.
één patroon24,8 v
Lengte n 78 m.M.
Gewicht van den kogel11,2 G.
Lengte n 30,8 m.M.
Grootste middellijn van den kogel7,25 m.M.
Lengte der patroonhuls56,5
Ladingsdichtheid4,48
Belasting op de dwarsdoorsnede29,1 G. per c.M®.
Snelheid van het projectiel aan de monding 728 M.
55 op 25 M. vóór de monding. 700
(alles bij een barometerstand van 728. m.M., thermo
meterstand van 16° C. en hygrometerstand van 40°/o).
Grootste gasdruk3100-3300K.G.
Aantal omwentelingen van het projectiel in de eerste
secunde3200.
Daar de Boeren geen eigenlijke infanterie bezitten en uitsluitend bereden infanterie
in het veld brengen, zal de bajonet waarschijnlijk achtergelaten worden. Men verneemt
ook nooit iets van bajonetaanvallenwel wordt eene enkele maal melding gemaakt van
bajonetaanvallen door de Bngelsoben (Ref.).