383 Resumeerende is hij de prijswiuner, die den afstand in den kort- sten tijd heeft afgelegd, onder voorwaarde, dat hij na den proefrit te hebben medegereden en alle contrólekaartjes te hebben overgelegd, door de jury geacht wordt in het bezit te zijn van een in voldoende conditie verkeerend, gezond en rad paard. Mits de conditie, enz. voldoende zij, moet de gemaakte tijd hoofdzaak blijveD. Bij het uitschrijven van een afstandsrit is voorts van belang het uur van afrit. De grensuren, waartusscheu afgereden moet worden, neme men zoo ruim mogelijk, opdat aan het verlangen van alle deelnemers worde voldaan, m.a.w. dat men naar verkiezing bij nacht of bij dag kan rijden. Tegen het samen rijden van twee of meer deelnemers bestaan geen bezwaren; daar dit zoowel voor-als nadeelen oplevert. Als voordeel noem ik, dat paarden te zamen gemakkelijker en op gewekter loopen dan alleen, terwijl de ruiters voorzeker aangenamer den tijd door komen; de nadeelen, die er tegenover staan, zijn: on willekeurige onattentie bij het rijden, waardoor zeer gemakkelijk de snelheid en de indeeling van het tempo verloren gaat en men niet voldoende op zijn paard let, evenmin als op het beste gedeelte van den weg. De oorzaak hiervan zoeke men niet ver; de mensch is gaarne bereid een boom op te zetten, vooral als men gedurende den nacht een weg zonder einde moet afleggeu En toch, is ergens attentie bij noodig, zoo is zulks voorzeker het geval bij het rijden van afstands- ritten, want hoe licht overneemt men niet een paard, gedreven door de zucht om als winner uit den strijd te treden; door een enkelen steen of een enkel gat rijdt men somtijds een paard kreupel, door onvoldoende aandacht op zijn paard wordt het gemakkelijk over het water gereden. Kwispelen met den staart is een teeken van groote vermoeidheid; het niet meer dragen van den staart een bewijs, dat het paard „over zijn water" is. Ten slotte nog: hoe zelden zal het voorkomen, dat twee personen, welke samen rijden, bereden zijn met paarden van gelijke kracht, gangen en temperament. Het in stap naast de paarden loopen, verlicht ze zeer en maakt de ruiters los en frisch; daarom worde zulke steeds toegestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 415