385 ritten de Australische poneijs in opvallend betere conditie bevonden werden, dan het gros der Sande!woodpaarden. Evenals de gemaakte tijden van den afstandsrit 1898 oorzaak waren, dat in 1899 een ieder trachtte een record te maken endaar- door dus de gemaakte tijden aanmerkelijk vèrbeterd werden, zoo zal de afstandsrit van 1899 van invloed zijn op den afstandsrit van 1900. Eindelijk zal het maximum van snelheid worden bereikt en ontstaat hierdoor het gevaar, dat het rijden wederom in jakkeren zal ontaar den. Alsdan zal het zaak zijn zulks te voorkomen, hetgeen even wel alleen mogelijk is door het uitschrijven van een rit van 2 of meer dagen. En hiermede vermeen ik de aandacht gevestigd te hebben op al hetgeen regeliDgs commissie en jury in acht behooren te nemen bij het uitschrijven en beoordeelen van de resultaten van een afstands rit, zoodat ik thans over zal gaan, tot het opsommen van de ver schillende factoren, waarmede de deelnemers rekening behooren te houden bij de training voor en het rijden van een afstandsrit. Ik stel hierbij op den voorgrond, dat mijn redeneering geba seerd is op paarden, welke voldoende op adem zijn, gewoon arbeid in stap, draf en galop te verrichten, en last not least behoorlijk door voed (21 /2 K.G. gaba en 25 K.GK gras per dag), kortom dus op paarden zooals onze dienstpaarden behooren te zijn. Een afstandsrit te willen rijden met paarden, "wier conditie minder is dan die onzer troepenpaarden, is gekheid; bezitters van dergelijke paarden behooren deze eerst in de door mij aangegeven conditie te brengen alvorens de training aan te vangen. Daar ik hierboven vergat enkele bijzonderheden omtrent mijn af standsrit Salatiga Djocja mede te deelen, zoo zij hier nog het volgende vermeld De afstand werd door mij afgelegd met tempo's van 30 minuten draf op 10 minuten stap, waarbij de paal in 6 minuten werd afgedraafd. Totaal rustte ik 45 minuten en wel 15' te Kartasoera, waar de smid mijn beslag nakeek, mijn paard dronk en een bos paddi at, terwijl zoodra mijn paard gewaterd had, de rit werd vervolgd. Ongeveer 24 paal verder, te Klatten, rustte ik 30'; hier zadelde ik mijn paard af, drenkte en voerde het, gooide hem eenige emmers water over het lichaam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 417