386 en nadat ik zelve het een en ander genuttigd had, reed ik 30' na aankomst weder weg. Deze laatste 20 palen heb ik vrij wel op mijn gemak gereden, daar ik degene, die het snelste gereden had, reeds één uur ruim voor was en ik dus gerust kon zijn, niet meer geklopt te zullen worden. Galop heb ik slechts twee maien gereden, toen de weg er zich toe leende, hetgeen zeer verfrisschend op mijn paard en mij zelve werkte. In stap heb ik steeds naast mijn paard geloopen. Ik ben overtuigd, dat ik den afstand, zoo ik zulks gewild had, zeer goed in 7 uur en A5 minuten had kunnen afleggen instede van in 8 uur 11 minuten. Doch zooals ik reeds vermelde, te Klatten was ik reeds zeker prijswinner te zullen zijn en vergde daarom niet meer van mijn paard dan noodig was. En thans ter zake: le. Een goed doorvoed, krachtig, doch kalm en niet schrikachtig paard met goede nceven, voldoenden looplust, vrije gangen, aangenamen mond en behoorlijke spijsvertering is het meest gewenscht voor een afstandsrit. Aanleg voor koliek of over het water rijden maken een paard totaal ongeschikt voor dat doel. Minstens 6 jarige leeftijd en goede beenen zijn eveneens onafwijsbare eischen. 2e. Men leere het paard, voor de eigenlijke training te beginnen, on voorwaardelijk als ruggeganger en met laag gesteld hoofd te loopen. Yoorts zoowel onder den man, als aan de hand vlot te stappen (nimmer echter overijld) en stil en rustig bij het op- en afstijgen te blijven staan, 3e. De training worde uiterlijk ééu maand voor den datum van den afstandsrit aangevangen, bij voorkeur niet vroeger dan 6 weken. Vooraf dient vastgesteld te worden, welk tempo men wil bereiken en in verband hiermede de wekelijksche arbeid en voeding vastgesteld. Men make hiervan een schema, waarvan onder geen voorwaarde mag worden afgeweken, tenzij het blijken mocht, dat het paard niet geven kan, hetgeen van hem gevraagd wordt. liegen, wind noch warmte, mogen een beletsel zijn om te trainen. 4e. Men leere het paard zoo weinig mogelijk te drinken 2 maal per dag 1 /2 emmer is ruim voldoende. 5e. Staptempo's van 10 minuten moeten als minimum worden aangenomen; langer te stappen is echter overbodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 418