388 lil Europawaar men prachtige galopwegen en terreinen heeft, is dit een andere kwestie. Zeer ontspannend zal het echter voor paard en ruiter zijn, indien zich hiertoe een enkele maal een gun stige gelegenheid aanbiedt, een vrij galoptempo in mindering van den draf te rijden. 15e. Men gebruike gedurende de training hetzelfde harnachement, hetwelk men op den rit zelve wil gebruiken. Alle gebreken komen als dan uit en zijn te verhelpen, terwijl men gevrijwaard is voor drukkingen. 16e. Men gebruike het minimum harnachement voor het paard, de minimum kleedij voor zich zelve, waarmede men kan toekomen. Schoenen zonder sporen en slobkousen, zijn aangenaam bij het loopen, terwijl een linnen broek zonder ouderbroek voor doorrijden behoedt. 17e. Men verzadele zoo min mogelijk en rijde vooral niet met te vaste singels. 18®. Men late het paard 8 dagen voor den rit opnieuw beslaan, opdat het gelegenheid heeft zich in zijn nieuwe ijzers in te loopen en gebreken alsnog voor den dag komen. Een hoevenkrabber tot het verwijderen van steenen mag niet vergeten worden. 19e. Men zij voorzien van een kaart of schets van den te volgen weg en prente zich dezen zoo goed mogelijk in het hoofd. 20e. Het rijden bij nacht levert vele voordeelen de paarden loopen in den regel lustiger en hebben evenals de ruiters geen last van de hitte. 21e. Bij voorkeur rijde men des nachts te 12 uur af; het paard worde te 111 8 zeer los opgezadeld, en de singels, nadat het eenige minuten rondgestapt is, langzamerhand wat aangehaald. Te 81/z uur late men het paard naar genoegen drinken en geve het te 9 uur 3 K.GL gaba en voldoende gras voor maagvulling. Voor het opzadelen laat men het paard nog een teugje nadrinken, doch vooral niet te veel. Men zorge vooral, dat het paard van af het invallen van de duisternis volkomen rust heeft en niet gestoord wordt. 22®. De ruiter handele zelf zooals hij vermeent, dat voor zich het beste zal zijn. Behoorlijk eten, weinig drinken en 3 a 4 uur te voren slapen, is zeer aanbevelenswaard. Met het oog op voldoende rust voor ruiter en paard, is het uur van afrit op middernacht zeer aan te bevelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 420