393 enkele dagen 100.000 man troepen te debarkeeren op Korea en in Liao-Toung, terwijl Rusland geruimen tijd noodig zou gehad hebben om zijne troepen uit Oost-Siberië naar het bedreigde Port Arthur te verplaatsen. De zucht naar oorlog met groote mogendheden als Rusland en Duitschland werd in Japan hoe langer hoe minder, de gemoederen werden kalmer en men kwam tot geheel andere gedachten, n.l. om zooveel mogelijk profijt te trekken van de aanhangige verdee ling van het Chineesche rijk. Nog steeds was Weï-haï-Weï door Japan bezet als onderpand van het resteerende deel der oorlogsschatting. Met het oog op de vele concessiëc, die aan andere staten werden geschonken, nam deJapan- sche regeering het besluit, de tijdelijke occupatie van Weï- haï- "Weï in eene blijvende te veranderen en dus instede van die plaats, zooals bij het verdrag was overeengekomen, op den 10<len April te verlaten, ze in bezit te Demen. Dit scherpzinnige plan gaf genoegdoening aan de wenschen der verschillende partijen in het rijk van den Mikado. Engeland bekommerde zich toen niet in 't minst meer over de Japan- sche belangen en die houding deed het denkbeeld aan een verbond tusschen beide rijken verdwijnen. Afstand van Wei-haï-Weï aan Engeland. De politieke verhoudingen stonden als boïen beschreven, toen op eens bekend werd, dat op den vierden April 1898 bij wijze van compensatie voor de bezetting van Port Arthur door Rusland, China onder dezelfde voorwaarden, d.w.z. voor 25 jaren in huur, de belangrijke baai van Weï-haï-Weï, den tweeden wachter van de golf van Petchili, aan Engeland had afgestaan. Japan werd uitge- noodigd deze plaats, waar zijne soldaten zich zoozeer onderscheiden hadden, te ontruimen, om haar in handen van den Britschen admiraal over te geven. Het was natuurlijk de bedoeling van de Engelsche diplomatie ge weest een punt te verwerven, als tegenhanger van Port Arthur en als zoodanig had Weï-haï-Weï, gelegen in het Noord-Westen van Chan Toung, halverwege Kiao-tcheou en Port Arthur, niet ver van de haven Tchi-fou, op dezelfde breedte als Chemulpo (haven van Seoel), Dl. I, 1900. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 425