394 een werkelijk hooge strategische waarde. Door de groote uitgestrekt heid van de baai, eischt Weï-haï-Weï voor de verdediging eene zeer sterke maritieme macht en talrijke moderne vestingwerken. Aldus versterkt, zou deze vestiging zeker een tegenwicht vormen ten op zichte van Port-Arthur en zou zij in staat zijn te beletten, dat in de toekomst de golf van Petchili tot de Russische wateren zou behooren. Het was echter de groote vraag of Engeland de 15 a 18.000 man, die noodig waren ter verdediging van Weï- haï- Weï, zou willen zenden en of het bovendien in staat zou zijn die macht daarvoor af te zonderen, daar de strijdmiddelen van Groot-Brittannië tot het noodzakeljjke beperkt waren; bovendien was het te betwijfelen of het Engelsche eskader in Oost-Azië krachtig genoeg zou zijn voor de verdediging ter zee. Dit alles in aanmerking genomen, was de bezetting van Weï-haï- Weï voor Engeland niet van zulk een groot gewicht als oppervlak kig wel scheen; op handelsgebied toch nam die haven slechts eene middelmatige plaats in, zoodat zij wel nooit afbreuk zou kunnen doen aan steden als Kiao-tcheou, débouché van de spoorlijnen, die Duitsch- land gerechtigd was aan te leggeD, en dat dus allen handel van Chan Toung tot zich zou trekken, Port Arthur of Taliën wan, eindpun ten van den Trans-Siberischen spoorweg. Wilde Engeland dus werkelijk Rusland in Oost-Azië in macht en invloed evenaren, dan moest het zich eene opoffering getroosten van eenige millioenen dollars om Weï-haï-Weï naar behooren te bezetten. Duitschland, dat zich in gedachten het uitsluitend bezit van Chan Toung had voorbehouden, was om begrijpelijke redenen ontstemd over Engeland's optreden, terwijl Japan een en al verbazing en er gernis was over de handelwijze van eene natie, die tot dien tijd eene zeer bevriende heette; geen wonder, dat elke gedachte aan een ver bond met Albion was geweken. Alles bij elkaar genomen, was het dus de vraag of Engeland niet verstandiger had gehandeld door eenige andere plaatsen aan de mon ding van de Yangtse Kiang te bezetten, te versterken en van garni zoen te voorzien, te meer daar een dusdanige handelwijze meer in overeenstemming zou zijn geweest met zijn politieke beginselen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 426