398 verwezenlijking van die illusie wel tot nog ver verwijderde tijden gebannen hebben. Intussehen hadden Engelsche en Engelsch-Italiaansche syndioaten vergunning gekregen tot aanleg van spoorwegen in de omstreken van Nanking en tot exploitatie van steenkolen- en ijzermijnen bene vens petroleumbronnen in Chan Si. Rusland erlangde de exploitatie van het nabij Peking gelegen gebied, terwijl zelfs België, gesteund door Frankrijk en Rusland, op 15 Juni de concessie kreeg, voor den grooten centraal-spoorweg, die Peking met Han-koou moest verbinden. Frankrijk1 s gedragslijn ten opzichte van de gebeur tenissen in China. Terwijl de groote mogendheden om strijd zich een politiek- of commerciëel territorium veroverden, in den tijd dus, dat Rusland zijn grootsch plan in Oost-Azië trachtte te volvoeren, dat Engeland, trots enkele staatkundige nederlagen, erin slaagde zich een overwegend deel van de rijkdommen van China toe te eigenen, dat Duitschland op duidelijke wijze zijn wil kenbaar maakte om eene maritieme en koloniale mogendheid van den eersten rang te worden, had ook de Fransche diplomatie niet zonder succes gearbeid in het belang van de ontwikkeling zijner economische betrekkingen met het Hemel- sche rijk. Frankrijk verleende steun aan Rusland, kort na het verdrag van Simonoseki, in het tot stand komen van de Chineesche leening en dank zij die hulp op diplomatiek en financiëel gebied, slaagde Rusland erin een Chineesch-Russische bank op te richten, grootendeels gesteund door Fransche fondsen. De Minister Hanotaux sprak dan ook naar aanleiding van Frankrijk's houding ten opzichte van de Oostersche quaestie, in de kamer van afgevaardigden, de volgende woorden: „Notre diplomatie ne restait pas inactive a Pékin, et elle ne „laissait pas échapper l'occasion de s'assurer les garanties néces saires au développement économique et a la pleine Sécurité du „Tonkin." Tot een van de eerste zaken, waarover de minister van buiten-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 430