403 naai in te kunnen richten, waardoor dit een punt werd van groote strategische waarde. Bleek ons reeds uit het bovenstaande, dat eenige naijver tusschen Engeland en Frankrijk niet weg te cijferen valt, zoo gaven de gebeur tenissen in Shang-haï, Nanking en Siam nog meer aanleiding tot die onderstelling. Toen n.l. de Fransche consul aan de Chineesche regeering verzocht had om eenige uitbreiding te geven aan de concessie in Shang-haï', verzette zich de zaakgelastigde van Engeland beslist tegen de inwil liging van dat verzoek onder bewering, dat de gevraagde uitbreiding Engelsch grondgebied raakte en dat onmogelijk Britsche eigendom men onder jurisdictie van een vreemden consul konden komen en bovendien, dat de handel van Frankrijk in deze gewesten van te gering belang was om de eischen der Fransche regeering te wettigen. Lord Charles Beresford, die zich, met eene politieke en commer- ciëele zending belast, in China bevond, behartigde Engeland's belangen bij de Chineesche regeering en de quaestie bleef onopgelost. Hoewel de zaak feitelijk van weinig politiek belang is, werd in de Engelsche pers aan een en ander groote beteekenis gegeveD. De „Times" van die dagen beweerde o.a. dat Frankrijk's optreden den schijn had inbreuk te willen maken op de door Chiua aan Engeland gegeven belofte van geene concessies te doen in de Yangtse Kiang vallei. Zoo bracht de „Standard" het op dienzelfden tijd door Rusland aan de Chineesche regeering gedaan verzoek tot uitbreiding der concessie van Han-keou in verband met Frankrijk's eisch en qualificeerde dezen samenloop van omstandigheden als eene Russisch-Fransche coalitie tegen Engeland. Toen, tengevolge van oproerige bewegingen in dienzelfden tijd, welke een zoodanige vlucht namen, dat zij nadeelige gevolgen zouden kunnen hebben op de grenzen van Tonkin, Frankrijk het recht eischte om in deze zaak handelend tegen de rebellen op te treden, maakten de vertegenwoordigers van Engeland en van Amerika van hun invloed te Peking gebruik om dien eisch niet door China te doen inwilligen. Er kwamen op dat tijdstip acht Engelsche schepen voor Nanking ten anker, die vermoedelijk bestemd waren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 435