27 de omstandigheden er toe geleid, dat zij zich in Nederland wat meer op die tak van rechtswetenschap hebben kunnen toeleggen. Ieder, die bekend is met het verschil tusechen het gemeene en het militaire strafrecht, zal begrijpen hoe de handen van die pas beginnenden in het militair recht dikwijls verkeerd staan, wat aanleiding geeft tot informaliteiten en verzuimen, waardoor de preventieve hechtenis der beklaagden noodeloos wordt verlengd die informaliteiten en verzui men komen wel is waar op rekening van de krijgsraden, maar het zijn de auditeurs-militair, die ze hadden moeten voorkomen, iets wat bij meerdere bedrevenheid ook wel zou zijn geschied. Over de rechtskennis der luitenants-adjudant tevens auditeur-mili tair zal ik wel niet behoeven te spreken de meesten hebben wel eens in een gerechtelijk onderzoek en krijgsraad gezeten, maar hunne kennis van het recht is in den regel zeer oppervlakkig; het moet echter erkend worden, dat enkelen het door studie tot eene voor den officier meer dan gewone hoogte in die wetenschap brengen. Is nu een meester in de rechten, na eenigen tijd de functie van auditeur te hebben waargenomen, op de hoogte van de aan die betrek king verbonden werkzaamheden gekomen, dan nadert meestal de tijd, dat hij, hetzij bij bevordering hetzij om andere reden, wordt overge plaatstmeestal wordt hij dan door een jongere vervangen, die zich ook weer van voren af aan op de hoogte moet stellen, alles ten nadeele van eene snelle en richtige rechtspraak. Bovendien hebben zij, die tot auditeur worden benoemd, het voor uitzicht zich slechts voor betrekkelijk korten tijd met deze bijzondere tak van rechtswetenschap belast te zien en gevoelen zij er dus ook niet die voorliefde voor, welke iemand zal hebben, die het vooruit zicht heeft daaraan een groot deel van zijn diensttijd te moeten wijden. Ik geloof hiermede voldoende te hebben aangetoond, dat de wijze, waarop in Indië in de betrekking van auditeur-militair wordt voorzien, slecht is en dringend verandering vereiEcht. Gaan wij thans de werking van de krijgsraden na. Eerst echter moet mij de opmerking van het hart, dat de rechts kennis bij de officieren niet groot is; rechts gevoel heeft ieder officier in voldoende mate, maar rechts kennis is bij hen meestal dun gezaaid, wat niet te verwonderen is. De studie van het recht is voor den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 43