414 geschikt is tot opivakkering en aankweeking dier krijgshaftige deugdenen dat ook uit dien hoofde hij meest alle Europeesche mogendheden militaire orden van verdiensten zijn ingestelddat het bovenal voor den m ilitairen stand vereerend is en tot een prikkel tot het verrichten van groote daden kan verstrekken wanneer elk en een ieder van dien stand, van den hoogsten tot den laagsten in „rang, i?i het geval zijn, om door schitterende bedrijven in het ver- „iverven van zoodanige eervolle onderscheiding steekenen te kunnen „deelen en dat onze verheffing tot den Nederlandschen troon eene „geschikte gelegenheid is, om voor ons krijgsvolk te water en te lande eene zoodanige eervolle militaire oirfo in te stellen: zoo is het „dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg van „de Staten-Generaal, goedgevonden hebben te bepalen en te statueeren, gelijk Wij bepalen en statueeren bij deze: Aldus de aanhef, die de bedoeling met veel woorden aangeeft, maar dit met minder omhaal duidelijker en vollediger kon doen. Werden toch in de eerste der overwegingen de woorden „in den oorlogingelascht vóór „door uitstekende daden", en werd moed, beleid en trouw, vervangen door moed, beleid of trouw, dan was in die eerste zinsnede alles gezegd en konden de volgende vervallen, die nu veel en toch te weinig geven. Het zindeel zou dan luiden: door diegenen, welke zich van de plichten, aan den krijgsdienst te water en te lande in den oorlog verbonden, door uitstekende daden van moed, beleid of trouw hebben gekwetenbijzonder geschikt is „tot opwakkering en aankweeking dier krijgshaftige deugdenzoo is het dat Wij, den Raad van State gehoord enz. Het is zonder twijfel de bedoeling geweest uitstekende daden van moed, öf van beleid, öf van trouw te beloonen, met uitsluiting echter van verdiensten buiten het slagveld. Het woordje en in de praemisse zou kunnen wijzen op den eisch van vereeniging in éénzelfde feit van moed, beleid en trouw, en het is tot heden ook algemeen zoo gelezen, ja het heeft den wetgever zelf een part gespeeld, door hem later te brengen tot de instelling van een afzonderlijk eereteeken voor „moed en trouw" alleen voor inlandsche militairen. En toch heeft de samen voeging en vereeniging niet in de bedoeling van den stichter gelegen, maar is en alleen gebruikt om eene aaneenschakeling te besluiten, dit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 446