417
Wij hadden boven reeds gelegenheid terloops op te merken, dat
een der afwijkingen van de voorschriften ligt in het geven van eene
andere beteekenis aan de 4e en aan de 3e klasse dan in de oorspron
kelijke bedoeling heeft gelegen. De 3e klasse moet, zooals wij zagen,
aan onderofficieren, matrozen en soldaten toegekend worden, wanneer
zij bij uitstekende dapperheid bijzonder beleid zullen gevoegd hebben,
terwijl de 4e klasse gegeven moet worden, wanneer alleen van uitste
kende dapperheid blijk is gedaan (art. 12 reglement). In de toepas
sing is dit steeds geheel anders opgevat. De 36 klasse geldt tot nu
toe als eene belooning voor hem, die, no reeds met de 4e klasse
bedacht te zijnen nadat hem deswegen als ridder hoogere eischen
gesteld zijn geworden dan aan elk ander krijgsman, andermaal uit
munt door zeer bijzondere oorlogsdaden, ja zoo bijzonder, dat in de
bijna 85 jaren van het bestaan der orde en bij onze veelvuldige
Indische oorlogen, als wij ons niet vergissen, slechts drie onderoffi
cieren of minderen die 3e klasse hebben mogen verwerveD.
Ook voor de officieren worden de 3e en de hoogere klassen
anders beschouwd dan art. 12 van het reglement aangeeft, dit toch
zegt: „Bj de beoordeeling der daden, zal het Kapittel in aanmer
king moeten nemen den rang van hem, welke heeft uitgemunt, de
„omstandigheden, waarin hij zich bevond, de middelen waarover hij
„beschikken konde, den graad van moed, beleid en trouw, welken hij
„heeft aan den dag gele gd, en naarmate van de uitstekendheid der
vdaad, adviseeren tot het beloonen derzelve met het Ordesteeken der
„1', 2% 3e of 4e klasse
Slechts bij zeer groote uitzondering is een officier, diedeM.W.O.
niet had, in eens voorgedr agen tot de 3e klasse, in welk geval hij
dan, volgens art. 15 van het reglement, eerst tot 4e klasse, doch
terstond tevens tot 3e klasse benoemd werd. De stichter heeft niet
bedoeld, dat aan eene eerste daad de laagste klasse moet verbonden
worden, maar hij heeft den graad van moed, beleid en trouw, en de
mate van uitstekendheid van de daad als maatstaf aangewezen voor
de toe te kennen klasse.
Het komt ons echter voor dat de practijk hier den goeden weg
heeft ingeslagen, een weg, waarvan ook de geridderden niet hebben
wenschen af te wijk011? daar anders in de bijna 85 jaren wel reclames