428 rentenier te worden. Is hg oud-gedieDde, dan heeft hij een pensioen, is hij door verminking in den dienst niet meer in staat om te wer ken, dan krijgt hij eveneens een pensioen, wie daarentegen jong en krachtig uit de gelederen treedt, neme het vroegere handwerk weer op. De vermeerdering van inkomsten door de riddersoldij moet wel stand verzekeren in den kring, waarin de gewezen strijder thuis behoort en waarin hij, ware hij geen ridder, toch ook zou moeten leven. De riddersoldij moet hem de middelen verschaffen om in dien kring, wat men noemt, zijn fatsoen op te houden. Daarvoor achten wij 60 centen extra per dag zeker voldoende. De inlander kan evenzoo in zijn kampoeng een man zonder finan- ciëele zorgen zijn, als hij eene toelage van 35 centen per dag heeft, d. i. van f 127.75 in het jaar. Vergelijkt men het thans bestaande met het door ons voorgestelde, dan vindt men als jaarlijksehe toelagen: g 'S Wjj beschikken niet over de cijfers, die noodig zijn om na te gaan, in hoever deze veranderingen, in totaal, nadeel of voordeel zouden brengen aan de schatkist, maar zwaarwegend kunnen de geldelijke gevolgen voor den staat niet zijn. Immers, behalve dat het aantal ridders der M.W.O. beneden den rang van officier niet groot is, vergt het voorgestelde voor alle riddersoldijen van de actief dienenden en voor die van eenige gepen- Thans voor gepen- sionneerdenenactief Voorgesteld. GRADEN. dienenden. voor gepen- sionneerde Europea nen. C - V in Neder land. in Indië. O T3 cö C <D Ch S o a> cd kD fi l C ci O .2 O 03 .S3 Onderluit. of adjud. onderoff. 200. 230. f 146. Sergeant-maj oor Sergeant 160. 130. o 190. s 140. j» 91.25. f 219. f127.75. Korporaal Soldaat of matroos 75. 60. 80. 65. J 54.75.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 460