448 het hoofd boven het water te houden en wendde zich daarom het Bestuur der Yereeniging, korten tijd geleden, tot Z. E. den Com mandant van het Indisch leger, door wiens bemoeiingen eene tege moetkoming in eens van f 165 aan de Yereeniging werd overge- gemaakt, terwijl te gelijk 12 Indische officiereu als donateur zich opgaren, die, zooals reeds hiervoreu aangegeven werd, jaarlijks f 21. offeren. Al deze bijdragen stemmen het Bestuur en de leden van voor melde Yereeniging voorzeker tot groote dankbaarheid. Maar!dewijl het Bestuur niet telken jare het Indisch legerbestuur met een verzoek om geldelijken steun mag lastig vallen en de militaire weldadigheid van het Neder- landsch-Indisch leger, als deze van één dozijn donateurs zich nu eens tot twee of drie dozijnen zoude willen uitzetten, der Yereeni ging zeer ten bate zoude komen, heb ik niet willen afwjjzen het door een Eerelid der Vereeniging aan mij gedaan verzoek, om daartoe eene Aanbeveling" in het Indisch Militair Tijdschrift te plaatsen. Ik voeg hieraan nog toe, dat het Bestuur der Yereeniging voor nemens is, later aan de lezers van het Tijdschrift mede te deelen den naam van den officier, die zich eventueel met de inning en overma king der gelden van H.H. donateurs wel zal willen belasten. Breda22 Februari 1900. J. A. Yink. Grep. Kol.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 480