465
De troepen van den Onderkoning Liu Kwen Yi.
Van de 20.000 manschappen, die er officieel moeten zijn, werden
er door Lord Ch. B slechts 8.000 ongeveer aangetroffen. Deze
troep bestaat grootendeels uit Hounan's, menschen van een goeden
lichaamsbouw en een uits'ekend physiek gestel.
De infanterie is bewapend met drie soorten geweren; tienduizend
man zijn z.g. bestemd tot bezetting van de versterkingen, welke
langs de rivier gelegen zijn.
Hoewel de kleeding der manschappen goed is, laten oefening en
discipline nog te wenschen over.
In Kiangzin ligt een garnizoen van 3.000 man, onder commando
van Generaal Lihieronder zijn begrepen twee batterijen van zes
stukken en twee escadrons cavalerie. Blijkens eene door Lord Ch.
B. bijgewoonde parade en manoeuvre, zag deze troep er uitstekend uit
terwijl zoowel de oefening, die door Duitsche officieren was geleid
geworden, als de uitrusting zeer voldoende waren te noemen.
Hel leger van den Onderkoning Hsu Ying Kwei.
Deze heeft „officieel" onder zijne bevelen eene macht van 8.000 man,
die echter in werkelijkheid volstrekt niet allen soldaten zijn te noe
men. Het zijn n.l. meerendeels gewone koelies, die de militaire
onderscheidingsteekenen dragen. De onderkoning is echter met de
oefening zijner troepen begonnen; tijdens het bezoek van Lord Ch.
B. werden ongeveer 250 man gedrild.
Te Hang-tcheau bevindt zich een klein garnizoen, uit Mandsjoes
bestaande.
De troepen van den Onderkoning Tau Chung Lin.
De „officieele" sterkte van de troepen, die de onderkoning van
Canton onder zijne bevelen heeft, bedraagt 20.000 man. Het mee-
rendeel ervan is ongeoefend en ongedisciplineerd, terwijl zelfs een
groot gedeelte niet bewapend is, dus uit gewone koelies bestaat.
Alleen in de forten bevinden zich eenige goed uitgeruste, voldoend
geoefende en gedisciplineerde manschappen. Te Canton heeft men
bovendien eene bezetting, bestaande uit ongeveer 5.000 Mandsjoes,
die in hunne eigen huizen wonen en geheel ongeoefend en zonder
tucht zijn,