505
eenvoudigd en in overeenstemming gebracht met die van het leger
in Nederland (zie de Algemeene Order No. 57 van 1868).
De meesten onzer hebben bedoelde uniform nog gedragen.
In 1870 werd bij K. B. B. dd. 5 September 1870 No. 10 en 11
eene reorganisatie van het korps militaire administratie bevolen.
De sterkte werd gebracht op
1 Intendant 1® klasse,
1 2e
5 Onder-intendanten 1® klasse,
15 Eerste-luitenants-kwartiermeesters
gedetacheerd.
■8 Tweede-luitenants-kwartiermeesters Ij
De benamingen aspirant en adjunct-intendanten verdwenen hiermede.
10 Kapiteins-kwartiermeesters,
34 Eerste-luitenants-kwartiermeesters,
45 Tweede-luitenauts-kwartiermeesters,
38 Adjudanten-onderofficier en
30 Sergeanten-majoor-kwartiermeesters, terwijl voor het Hoofd
bureau 1 militair ambtenaar 1® klasse, 1 2® klasse en 2 3® klasse
werden uitgetrokken en werd bepaald, dat de bij de militaire zieken-
inrichtingen en de magazijnen der militaire administratie aangestelde
militaire ambtenaren en geëmployeerden bij de militaire bureaux
konden worden overgeplaatst, wanneer zij daarvoor volkomen geschikt
waren en zoo niet of op pensioen moesten worden gesteld öf kon
den blijven doordienen, totdat zij aanspraak op pensioen hadden
verkregen.
Bij G. B. dd. 23 December 1874 No. 1 werd het 18e bataljon
infanterie opgericht en de formatie der kwartiermeesters uitgebreid
met een 2en luitenant, terwijl in 1878 bij de besluiten dd. 13 Maart
en 3 Juli Nos. 11 en 5 de formatie van de 4 depot-bataljons
werd vastgesteld en daardoor de sterkte der officieren-kwartiermeesters
eene vermeerdering onderging van 3 eerste luitenants en 1 tweeden
luitenant (1).
15 2®
a K 1
1) Bij G. B. dd. 7 October 1876 Mo. 8 werd voorloopig opgericht een depot-bataljon
te Meester-Cornelis met een len luitenant-kwartiermeester en bij G-.B. dd 4 Mei 1877 No. 15
een depot-bataljon te "Willem I eveneens met een len luitenant-kwartiermeester.