510
Deze batterij werd den 28™ Mei bewapend met voorlaadkanonnen
van 16 c.M. Deze bronzen kanonnen waren van een zeer oud mode) (1);
zij waren getransformeerd tegen het midden dezer eeuw naar het
systeem La Hitte.
De projectielen voorzien van verlengstukken eindigden in een halven
bol. Zij waren onregelmatig opgestapeld bij het rechterstuk. Het
buisgat was dichtgemaakt met een prop lappen.
Na de overgave vond men geen buizen. De kardoezen werden in
de batterij zelf gemaakt.
De ijzeren affuiten, gesteld op ramen met voorwaarts geplaatsten
spil, hadden vrij primitieve wrijvingsremmen en voor de indirecte
richting een graadboog met wijzer. Zij konden verplaatst worden
over cirkelvormige in het beton ingelaten rails, maar de toestellen
voor de zijdelingsche verplaatsing maakten fouten.
De batterij Morro werd den 25en Juni versterkt met een sectie mor
tieren van 21 c.M. voorlaad, die ten Oosten van de eigenlijke batterij
werd opgesteld.
Om de bediening van die sectie te beveiligen had men een gat
gegraven van 1 M. diepte en 16 M3. bodemoppervlakte.
Be batterij Socapa. Deze batterij was gelegen op 400 M. ten
Westen van den ingang der baai, op het hoogste punt van de kust.
Zij verkeerde in ongeveer gelijke omstandigheden als de batterij Mor
ro, misschien iets gunstiger.
De bewapening bestond uit drie voorlaadmortieren van 21 c.M. en
2 kanonnen van 16 c.M. systeem Hontoria, geplaatst op scheepsaffuit
met centrale spil. Deze kanonnen waren van eea nieuw model, zon
der snelvurend te zijn.
Hunne bediening eischte 2 a 3 minuten.
De sectie Hontoria vuurmonden was gescheiden van de mortieren
door een breede travers. Daar de scheepsaffuiten voorzien kunnen
worden van een 3 c.M. dik pantser, had men in dit gedeelte van de
batterij geen met cement gevulde tonnen geplaatst om merlons te
vormen.
1) Naar Streffleurs O. M. Z. droegen enkele der te Santiago gebruikte vuurmonden de
jaartallen 1688, 1718 en 1769 en hadden misschien reeds gediend om de kustbewoners en
buffeljagers te bestrijden.
