523 en dat is het gros in den lande, dat zijn de meeste kamerleden, die over een begrooting hebben te oordeelen een bepaald denkbeeld te snggereeren. De heer B. stelt op blz. 21 van zijn studie een organisatie onzer zee macht tegenover die van den Minister. Volgens hem zal de vloot moeten bestaan uit een escadrille, samengesteld uit het commandoschip, 3 artil- ieriedivisies en één torpedobootdivisie, gevende 38 vaartuigen, voerende ruim 100 stukken geschut, waarvan een vijftigtal van middelbaar kaliber (12 c.M.), de rest van licht kaliber en 18 torpedolanceerbuizen. Het geheel telt een bemanning van 3000 a 3200 koppen. Volgens den schrij ver is deze escadrille in staat om los van havens, reeden en zeearmen haar gevechtsvlag te laten wapperen vóór onze kust in open zee. Stellen wij hier eens tegenover, wat, volgens de organisatie van den Minister, in de stelling van den Helder in oorlogstijd beschikbaar zal zijn. Die vloot toch is mede aangewezen om bij gunstige gelegenheid buiten gaats vóór onze kusten op te treden. In de Memorie v, toelichting der begrooting wordt n.l. door Minister Roëll o.m. gezegd, dat, hoewel de verdediging zuiver defensief zal moeten worden gevoerd, dit beginsel in geenendeele medebrengt, dat offensieve handelingen zijn uitgesloten en dat daartoe in de havens ook altijd eenige zware zeewaardige schepen aanwezig zullen moeten zijn, die o.m. tot taak zullen hebben, om, als de kans daartoe gunstig is, den vijand afbreuk te doen op de kusten, waar - toe dan de torpedobooten in verbinding met die gestationneerd in andere zeegaten (alle torpedobooten kunnen binnendoor varen) zullen assisteeren. Te Nieuwediep nu zijn beschikbaar 5 pantserschepen voor de stelling den Helder (waarvan 2 in reserve); 1 pantserschip voor buitenlandschen dienst; 1 pantserdekschip voor 2 pantserdekschepen in reserve (voor Indië) benevens 21 groot model torpedobooten. Als regel mag men nu aannemen, dat de schepen in reserve tijdig in dienst zullen worden gesteld, en dat de schepen voor buitenl. dienst wanneer er oorlogsgevaar dreigt öf geen reizen voor vlagvertoon zul len maken, of op reis zijnde, spoedig zullen terugkeeren. Deze vloot van 30 schepen nu, waarvan er behalve de torpedobooten 3 zijn van het type Koningin Regentes, 3 van het type Kortenaer en 3 van het type Holland, voert 111 stukken geschut van 24 tot 7.5 c.M. en ongeveer even- zooveel lichtere vuurmonden, benevens 93 torpedolanceerinrichtingen. Zelfs, al laat men de torpedolaneeerinrichtingen aan boord der groote schepen, waaraan de heer E. geen of nagenoeg geen waarde toekent, buiten beschouwing, (er blijven er dan nog 3 X 21 over), al rekent men, dat een der groote schepen voor buitenlandschen dienst afwezig is, dan nog behoeft men, naar het ons voorkomt, niet naar de ingewikkelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 555